Imhotep, 'kanselier' en bouwmeester van de egyptische
koning Djeser, van de 3e dynastie, aan
wie de uitvoering van de trappenpiramide van Sakkara
en het uitgestrekte funeraire complex er om
heen wordt toegeschreven. P. Chester Beatty IV,
ve. 3,5 vermeldt hem als de auteur van een Wijsheidsleer
en het Lied van de Harpenaar (P. Harris 500,
ro. 6,6 Antef) roemt de bekendheid van zijn
spreuken (zie ANET 432 en 467). In het saïtische
tijdperk en de ptolemaeïsche periode werd hij als een
god vereerd die genezing bracht te
Memphis (Sakkara),
Karnak,
Philae,
en, samen met Amenhotep,
de zoon van Hapu, te Deir el-Medina en te
Deir el-Bahri, waar de
incubatie (tempelslaap)
beoefend werd (Egyptenaren, V Religie, C Orakelwezen).
De griekse vorm van zijn naam was
Imouthes en hij werd met Asclepius geïdentificeerd.
Lit. RÄR 322-324. J. Yoyotte (Bull. Soc. fr. d'Égypt., no. 11,
1952, 69). K. Sethe, Imhotep, der Asklepios der Égypter
(Unt. z. Gesch. u. Alt.-K. Äg. 2, 4, Leipzig 1902). J. B. Hurry,
Imhotep, the Vizier and Physician of King Zoser and afterwards
Egyptian God of Medecine (London 1926; 1928).
[Vergote]