Calydon (Καλυδών), zeer oude griekse stad in het
zuiden van Aetolië,
gelegen op de westelijke oever
van de Euenus, ca. 12 km van de monding.
C. wordt reeds in de Ilias zesmaal
genoemd en speelt een belangrijke rol in de oudste
griekse sagen: Meleager,
Oeneus, Calydonische
jacht. Tijdens de peloponnesische oorlog nog zelfstandig,
stond C. vanaf 390 vC korte tijd onder
achaeïsch gezag, maar maakte sinds ca. 366 deel uit
van de aetolische bond, waarin het ambt van
strateeg dikwijls in calydonische handen was. De
stad verloor al haar betekenis toen keizer
Augustus
na de stichting van Nicopolis
de helft van haar
bevolking daarheen deed verhuizen.
Deens-griekse opgravingen hebben ten zuidwesten
van de antieke stad, waarvan alleen de omwalling
(totale lengte ca. 4 km) en de acropolis nog goed te
onderscheiden zijn, belangrijke resten van twee
heiligdommen aan het licht gebracht: het Laphrion met
tempels (de oudste uit de 7e, de jongste uit de 4e
eeuw vC) ter ere van
Artemis Laphria
en van Apollo
Laphrius, en een Ἡρῷιον, bestaande uit
cultusvertrekken rond een zuilenhof, aangelegd ca. 100 vC (zie boven).
Lit. L. Vlad Borrelli (EAA 4, 305-307). - E. Kirsten/W. Kraiker, Griechenlandkunde (Heidelberg 1962) 766-773. E. Dyggve/E. Poulsen/K. Rhomaios, Das Heroon von Kalydon (Kopenhagen 1934). E. Dyggve, Das Laphrion, der Tempelbezirk von Kalydon (ib. 1948). K. Rhomaios, Keramoi rrls Kalydoonos (Athene 1951). [Nuchelmans]