Nicopolis (Νικόπολις, 'zegestad'), naam van enkele door de Romeinen gestichte steden met een grieks sprekende bevolking. De twee voornaamste lagen in Pontus en in Epirus.
(1) Nicopolis in Pontus werd als romeinse kolonie gesticht
door Pompeius
op de plaats van zijn overwinning
op Mithridates
(66 vC) en was de hoofdstad van de
provincie Armenia minor. Op de Peutinger kaart (foto rechts: midden) staat Nicopoli i.p.v. Nicopolis.
(2) Nicopolis in Epirus werd door
Octavianus in 30 vC
gesticht op de landtong tegenover kaap Actium op
de plaats waar zijn legerkamp had gelegen, en
bevolkt met bewoners van naburige griekse steden,
o.a. van Ambracia, waarvan het gebied aan de
nieuwe stad werd toegewezen; thans Paleoprevesa.
N., dat zeer gunstig gelegen was
en twee havens had, werd in 67 nC hoofdstad van
de provincie Epirus en genoot de bijzondere
gunst van de romeinse keizers, vooral van
Hadrianus
en Diocletianus.
In het ten noorden van de stad
gelegen stadion en theater, waarvan indrukwekkende
resten over zijn, werden de door
Octavianus
gereorganiseerde actische spelen gehouden, die in de
2e en 3e eeuw dezelfde status en faam hadden als
de grote griekse agonen.
Van de stad zelf zijn
de vroeg-byzantijnse muren, delen van het odeon (foto rechts) en
van oudchristelijke basilieken, met fraaie mozaïeken,
bewaard gebleven.
Lit. F. Schober (PRE 17, 511-518). C. Bertelli (EAA 5, 457). Kirsten/Kraiker 751-755. - J. Gagé, Actiaca (Mélanges d'Archéologie et d'Histoire de l'École Française de Rome 1936, 37-100). U. Kahrstedt, Die Territorien von Patrai und Nikopolis in der Kaiserzeit (Historia 1, 1950, 549-561). [Nuchelmans]