Tetrarch (τετράρχης of τέτραρχος), grieks woord voor 'viervorst', d.w.z. een vorst die heerst over het vierde deel van een gebied.
(1) Thessalië.
De bekendste t.en in Griekenland waren
de vier gouverneurs van de districten
(τετράδες of τετραρχίαι) Thessaliotis, Pelasgiotis,
Hestiaeotis en Phthiotis waarin de bondsstaat
Thessalië
verdeeld was totdat hij in 148 vC bij de
romeinse provincie Macedonia werd gevoegd. Aanvankelijk
hadden deze districten, wellicht oorspronkelijk
een soort stamverbanden, hoofdzakelijk militaire
betekenis; door hun gezamenlijk optreden
droegen ze tot ca. 450 vC veel bij tot de macht van
Thessalië in Griekenland. Door de opkomst van de
steden in de 5e eeuw vC boetten ze echter sterk aan
betekenis in. Om de macht der steden te breken
blies Philippus
van Macedonië, toen hij archont van
Thessalië geworden was, ze in 342 vC nieuw leven
in door de benoeming van pro-macedonische t.en.
Lit. W. Schwahn (PRE 5A, 1089-1097). - A. Momigliano, Tagia e
tetrarchia in Tessaglia (Athenaeum 1932, 47-53). F. Gschnitzer, Namen
und Wesen der thessalischen Tetraden (Hermes 82, 1954, 451-464).
(2) Galaten. Naar het voorbeeld van Thessalië heetten
ook de hoofden van de vier secties waarin elk
van de drie stammen der Galaten in Klein-Azië
onderverdeeld was, t. Een duidelijke verschuiving
van de oorspronkelijke betekenis 'viervorst' trad op
toen Pompeius in de 1e eeuw vC het aantal t.en van
de Galaten tot drie reduceerde.
(3) Het Romeinse Rijk. Hierin,
speciaal in Syrië en Palestina,
werd de naam t. ook gebruikt voor een vazalvorst
die niet over een vierde deel van een gebied
regeerde maar wiens gebied te klein was om als koninkrijk
te kunnen gelden. Zo werd in 41 vC
Herodes de Grote door
Marcus Antonius tot t.
van Judea benoemd; keizer Augustus erkende in 4 vC Herodes Antipas als t. van Galilea en
Perea, diens broer Philippus als t. van Trachonitis,
Batanea, Gaulanitis en Paneas.
(4) Met de term tetrarchie wordt ook wel aangeduid
het door keizer Diocletianus in 293 vC ingevoerde
bestuursstelsel van het romeinse rijk, waarin het
bewind was toevertrouwd aan telkens twee Augusti
en twee Caesares. [Nuchelmans]