In 43 vC besloten de triumviri
een tempel voor Isis en
Serapis
op te richten
op de Campus Martius. Het is echter niet zeker of dit plan ten uitvoer is
gebracht. Augustus
(in 28 vC), Agrippa (in 21 vC) en
Tiberius
(9 nC) probeerden
daarentegen de cultus van Isis en Serapis tegen te houden.
Tussen de regering
van Tiberius en de dood van Seneca (65 nC) moet toch een tempel gebouwd zijn,
misschien door Caligula. Deze brandde in 80 nC (Cass.Dio 66.24.2)
af en werd
herbouwd door Domitianus.
Alexander Severus verfraaide de tempel
met standbeelden
en schilderingen. Er staat een afbeelding van de tempel op een
munt van Vespasianus;
deze laat zien dat de tempel in een peribolos stond met 4
corinthische zuilen.
De tempel zelf was langwerpig en smal.
Er zijn 6 zuilen en 2 obelisken van overgebleven. Op de
Forma Urbis is de precieze
vorm goed te zien.
De tempel van Serapis stond ten zuiden hiervan; de zuidkant was een apsis met een diameter van 60 m en in de buitenzijde waren kleine exedra's. De binnenzijde was voorzien van zuilen en een colonnade. Ten noorden van de apsis was een rechthoekig gebied met dezelfde breedte als de apsis, ong. 20 m diep; er waren aan de voorkant en de zijkanten ingangen. Op dit gebied stonden talrijke kunstwerken, waarvan er vele bewaard zijn gebleven o.a. standbeelden van de Tiber (Louvre), de Nijl (Vaticaan), de Oceaan (Napels) en leeuwen (Vaticaan).