Arcadius (Ἀρκάδιος). Flavius A. was de eerste
afzonderlijke keizer van het oostromeinse rijk (395-408).
In 377 in Spanje geboren als oudste zoon van
keizer Theodosius, werd hij opgevoed door Themistius
en de H. Arsenius. In 383 werd hij in Constantinopel
tot Augustus uitgeroepen, in 395, na
Theodosius' dood, tot keizer van het oosten, terwijl zijn
jongere broer Honorius de troon van het westen
besteeg. Zwaar van gestel en onbekwaam, moest hij
het bestuur grotendeels overlaten aan zijn eerzuchtige
ministers Rufinus, onder wiens invloed hij
strenge wetten uitvaardigde tegen heidenen en ketters,
en Eutropius, later aan zijn gemalin
Eudoxia. Deze schonk hem een zoon, de latere keizer
Theodosius II, en vier dochters. Tijdens
de regering van A. had Griekenland zwaar te lijden van
de plundertochten der Westgoten onder leiding van
Alarik, totdat A. vrede met deze sloot en hem tot
militair gouverneur van
Illyrië benoemde. Voortdurende
ernstige conflicten met zijn broer Honorius
droegen er veel toe bij dat de definitieve verdeling
van het romeinse rijk, die als zodanig niet door
Theodosius bedoeld was, een feit werd. Zijn regering
werd ook gekenmerkt door hevige theologische
twisten tussen de patriarch van Constantinopel,
Johannes Chrysostomus, en de bisschop van Alexandrië,
Theophilus. Eerstgenoemde werd door Eudoxia
uit zijn ambt ontzet en verbannen. De rampen
die daarna de stad en het keizerlijk huis troffen,
werden algemeen als een vingerwijzing Gods beschouwd.
Lit. O. Seeck (PRE 2, 1137-1153). E. Stein, Geschichte des
spätrömischen Reiches 1 (Wien 1928). E. Demougeot, De
l'unité à la division de l'Empire romain (Paris 1951).
[Nuchelmans]