Gnaeus Papirius Carbo vocht, na een roerig
volkstribunaat
(92 vC), als praetor in de
bondgenotenoorlog
(89/88). Veroordeeld wegens zijn aandeel in de samenzwering
van Sulpicius Rufus (87), vluchtte
hij, maar hielp nog in hetzelfde jaar Marius bij
diens aanval op Rome. Door toedoen van Cinna
samen met deze consul
geworden (85 en 84), zette
Papirius na Cinna's vermoording als consul sine collega
de voorbereidingen voor de strijd tegen Sulla voort.
Tijdens zijn derde consulaat samen met Marius (82)
werd hij bij Faventia door de Sullani verslagen. Bij
zijn terugkeer uit Afrika, waarheen hij gevlucht was,
viel hij op Sicilië in handen van Pompeius; hij werd
te Lilybaeum ter dood gebracht.
Lit. F. Münzer (PRE 18, 2 (3), 1024-1031).