Bructeri, germaanse stam aan de Eems (Amisia) en de Lippe,
het eerst genoemd door
Strabo (Geographia 7, 290).
Drusus
versloeg de B. in 12 vC in een gevecht op de
Eems. Zij namen deel aan de opstand tegen
Varus
(9 nC). De onderbevelhebber van
Germanicus,
Lucius Stertinius, vond in 15 bij hen de adelaar van het
19e legioen terug, een van de drie die in 9 verloren
waren gegaan. Toen in 58 nC de Ampsivarii zich
aan de Rijn wilden vestigen in gebieden die voor
de romeinse soldaten waren gereserveerd, en de
Romeinen hun dit verboden, riepen zij de Tencteri
en de B. te hulp; het ingrijpen van Dubius Avitus,
commandant van het leger aan de Beneden-Rijn,
deed hen echter van hulp aan de Ampsivarii afzien.
In het gebied der B. leefde de zieneres
Veleda, die
groot aanzien genoot en een belangrijke rol speelde
in de opstand der Bataven in 70; tijdens een nieuw
conflict met de Romeinen enige jaren later werd zij
door Rutilius Gallicus, commandant van het
beneden-Rijnse leger, gevangen genomen.
Kort voor 98, het verschijningsjaar van de Germania,
werden de Bructeri volgens
Tacitus bijna vernietigd
door de Chamavi en Angrivarii en andere omwonende
stammen (Germania 33). Dit bericht moet
overdreven zijn, daar de B. ook later nog voorkomen:
Ptolemaeus
(Geographia 2, 6, 7, 9) kent de
grote en de kleine Bructeri (dit hoeft echter niet in strijd
te zijn met Tacitus' bericht, daar Ptolemaeus' bron
ouder kan zijn dan die van Tacitus), de B. worden
genoemd in de Laterculus Veronensis tussen de
Flevi en de Chatti,
Constantijn de Grote
bestreed hen, aan het einde van de 4e eeuw plunderde Arbogast,
de feitelijke heerser van het Westen tijdens
Valentinianus II,
hun gebied en Sidonius Apollinaris
(7, 324) noemt hen nog onder de hulptroepen
van Attila;
op de Tabula Peutingeriana
staan de Bructeri
aan de Rijn op de rechteroever tegenover Keulen en
Koblenz. Naar hen is de middeleeuwse gouw Borahtra genoemd.
Lit. M. Ihm (PRE 3, 899-901). - L. Schmidt, Geschichte der deutschen Stamme bis zum Ausgang der Völkerwanderung: Die Westgermanen 2 (München 1940). [Stolte]