Dur-Sarrukin, naam van de door Sargon II van Assyrië
gestichte nieuwe residentie op de plaats van het
huidige dorp Chorsabad, 12 mijl ten noordoosten
van Mosul. Uit de eponiemenkroniek
blijkt dat de eerste steen werd gelegd in 718 vC, terwijl
de goden vermoedelijk in 707 de tempels in de
stad konden betrekken. De muren van de stad omsluiten
een bijna rechthoekig gebied van ca. 1600 X
1750 m. De franse opgravingen, eerst van Botta en
later van Place, zijn voor de beginnende assyriologie
van groot belang geweest. De resultaten van dit eerste
onderzoek zijn later gecontroleerd door het
Oriental Institute in Chicago, dat een aantal belangrijke
afwijkingen van de door de Fransen gepubliceerde
plattegronden constateerde. Belangrijk was
ook de nieuw gevonden tempel van de god Nabu.
Vermoedelijk werd de stad niet op die schaal in gebruik
genomen als oorspronkelijk de bedoeling was.
Sanherib, de opvolger van Sargon, verplaatste de
residentie weer naar Nineve.
Over de bouw van D. licht ons een groot aantal inscripties
van Sargon II in. Verder heeft een aantal
brieven betrekking op de bouw. De vele doch stereotiepe
inscripties spreken van werkzaamheden door
gedeporteerde krijgsgevangenen aan tempels voor
Ea, Sin, Ningal, Samas, Adad, Ninurta en Nabu,
welke gebouwen ook inderdaad aangetroffen zijn, en
aan een groot luxueus paleis.
De stierkolossen en reliëfs (foto rechtsboven) van het paleis van Sargon
golden bij alle opgravingen als een welkome buit
voor musea. Behalve de vele afbeeldingen van tribuutbrengers
zijn vooral de afbeeldingen van de
veldtochten van Sargon van groot belang. Juist deze
zijn echter ernstig beschadigd. Bij de tegen het paleis
aangebouwde tempels bleek de ziqqurrat te behoren.
Deze toren is in zoverre merkwaardig als het de
enige tot nu toe gevondene schijnt te zijn, waarvan
de opgang gevormd werd door een glooiing, die zich
spiraalsgewijze rond de toren windt.
Lit. E. Unger (RLA 2, 249-252). P. E. Botta, Monuments de
Ninive (1849v). V. Place, Ninive et l'Assyrie (1867-70). G.
Loud, Khorsabad 1 (OIP 38, 1936). G. Loud/C. B. Altman,
Khorsabad 2 (ib. 40, 1938). M. Th. A. Busink, La Zikkurat de
Dur-Sharrukin (RAI, Leiden 1952, 105vv). Fuad Safar, The
Temple of Sibitti at Khorsabad (Sumer 13, 218-221). M. elAmin,
Die Reliefs mit Beischriften von Sargon II in D. (ib.
9, 35-59; 214-228; 10, 23-42). Voor de inscripties, behalve het
genoemde werk van Botta, vooral: H. Winckler, Die Keilschrifttexte
Sargons (1889). F. H. Weissbach (ZDMG 72,
161-185). A. G. Lie, Inscriptions of Sargon II. The Annals
(Paris 1929). Belangwekkende toto's gemaakt tijdens de opgravingen
van Place bij: M. Pillet, V. Place (Cahiers de la
Société Asiatique 16). [v. Driel]