Lusitania, naar de Lusitani, een sterk met Kelten
vermengd inheems volk, genoemde romeinse provincie
op het iberisch schiereiland, die begrensd
werd door de Oceaan, de benedenloop van de Durius
(Duro) en de benedenloop van de Anas (Guadiana)
en aldus het grootste deel van het huidige Portugal
en een gedeelte van West-Spanje omvatte. De
Lusitani, die uit vele afzonderlijke kleine
stammen bestonden en geen politieke eenheid vormden,
verzetten zich decennia lang hardnekkig tegen
de pogingen van de Romeinen om hen te onderwerpen.
Hoogtepunten in de strijd, die begon in 193 vC,
toen de Lusitani
Hispania Ulterior binnenvielen, en
pas definitief beëindigd werd door
Julius Caesar, die
als stadhouder van Hispania Ulterior in 61 vC de
laatste roerige gebieden pacificeerde, waren het op
treden van de lusitaanse vrijheidsheld
Viriathus
(147-139) en dat van de romeinse praetor
Sertorius,
die zich vooral door de steun van de Lusitani van 80
tot 72 vC in Spanje wist te handhaven tegen
Sulla en
Pompeius.
Het gebied, dat sinds 136 vC als onderworpen
gold, werd aanvankelijk als militair district
bij Hispania Ulterior gevoegd; door keizer Augustus
werd het verheven tot de keizerlijke provincie L.
De belangrijkste steden van L. waren de in 25 vC
door Augustus
gestichte hoofdstad Augusta
Emerita, Salamantica, Olisipo en Norba. De provincie
leverde zilver- en kopererts, maar was overigens
in economisch opzicht van weinig betekenis. Aan het
romeinse gezag over L. kwam een einde door de
invasies van Alanen
en Westgoten sinds 410 nC.
Lit. A. Schulten (PRE 13, 1867-1872). - E. Albertini, Les divisions administratives de l'Espagne romaine CParis 1923). A. Schulten, Iberische Landeskunde 2 (Strassburg-Kehl 1957). H. Simon, Roms Kriege in Spanien 154-133 v. Chr. (Frankfurt a.M. 1962). A. Tovar, Iberische Landeskunde. Völker und Städte des antiken Hispanien 2. Lusitanien (Baden-Baden 1976). [Nuchelmans]