Senones

Senones, naam van twee gallische stammen, waarvan de ene van ca. 400 tot 283 vC in Italië woonde, de andere vanaf de 2e eeuw vC of eerder in midden-Gallië.

kaart(1) De Senones in Italië vestigden zich in het begin van de 4e eeuw vC vanuit het noorden (Gallië II) aan de kust van de Adriatische Zee tussen Ariminum (Rimini) en Ancona, kort vóór of na de verwoesting van Rome door de Galliërs (387 vC), waarbij volgens sommige geschiedschrijvers de S. de leiding hadden (Brennus). In de daaropvolgende eeuw vormden de S. een voortdurende bedreiging voor de Romeinen, totdat dezen hen in 295 vC bij Sentinum versloegen en na een nieuwe zege in 285 vC hun gebied in bezit namen. Daarmee verdwenen de italische S. uit de geschiedenis. De Romeinen stichtten in de z.g. ager Gallicus de kolonies Sena Gallica (Senigallia, 285), Ariminum (268) en Pisaurum (184).


Lit. J. Keune/H. Philipp (PRE 2A, 1474-1477).


Kaart

(2) De Senones in Gallië bewoonden vanaf de 2e eeuw vC of eerder een gebied aan weerszijden van de Yonne tussen de Seine en de middenloop van de Loire; ze werden begrensd ten noorden door de Parisii en de Tricasses, ten oosten door de Lingones, ten zuiden door de Haedui en de Carnutes, ten westen door de Aulerci. Hun voornaamste steden waren Meclodunum (Melun), Agedincum (Sens) en Autessiodurum (Auxerre). De S. werden in 58 vC door Caesar onderworpen aan het gezag van Rome, dat hun als koning een zekere Cavarinus opdrong. In 52 vC sloten zij zich als eersten aan bij de opstandige Vercingetorix; met deze werden ze in Alesia definitief verslagen.

De civitas Senonum met de hoofdstad Agedincum maakte in de keizertijd deel uit van de provincie Gallia Lugdunensis, sinds Diocletianus van Lugdunensis prima.

In hoeverre er een speciale verwantschap bestond tussen deze S. in Gallië en de S. in Italië, is niet duidelijk.


Lit. Caesar, De bello Gallico, passim. - J. Keune (PRE 2A, 1477-1494). - A. Hure, Le Sénonais gallo-romain (Bulletin de la Société des Sciences Historiques et Naturelles de l'Yonne 89bis, 1935, 145-270: 90, 1936, 207-284; 91, 1937, 221-304). [Nuchelmans]


Kaart