Soli

Soli (Σόλοι), naam van twee griekse steden in Azië.

kaart(1) Soli op Cyprus, gelegen op de noordwestkust aan de Morphou-baai. Hoewel in de omgeving vele nederzettingen uit het bronzen tijdperk zijn aangetroffen, dateren de oudste vondsten in S. tot nu toe uit de geometrische periode (ca. 1050-650 vC); de oudste vermelding komt voor in assyrische bronnen uit de 7e eeuw vC. Volgens een oude overlevering ontleende de stad haar naam aan de atheense wetgever Solon, die bij zijn bezoek aan koning Philocyprus van Aipeia deze zou hebben aangeraden zijn ongunstig gelegen stad naar de kust te verplaatsen. Van de oudste geschiedenis is weinig bekend. S. ontleende zijn welvaart aan de naburige kopermijnen. Ca. 540 vC kwam het evenals de rest van Cyprus onder perzische souvereiniteit.

theatermozaiekHet sloot zich aan bij de ionische opstand (499-494 vC) tegen de Perzen en kon door dezen pas na een beleg van vijf maanden worden bedwongen. Diverse leden van het koninklijk huis van S. volgden Alexander de Grote op diens expeditie naar het Oosten. Ca. 300 vC werd de stad met geheel Cyprus bij Egypte ingelijfd, sinds 58 vC behoorde zij tot de provincie Cyprus van het romeinse rijk. Reeds in de 1e eeuw nC zou er een christengemeente met een bisschop geweest zijn. Zweedse (1929-1931) en canadese (1964vv) opgravingen hebben belangrijke resten van de antieke stad aan het licht gebracht, o.a. het theater, de fundamenten van een archaïsche tempel op de acropolis en van een hellenistisch-romeins tempelcomplex ten westen van de stadsmuur. Van de omwalling en van de havenhoofden zijn nog delen zichtbaar. De talrijke sculptuur-, ceramiek- en muntenvondsten bevinden zich in het Cyprisch Museum te Nicosia. Hierbij een foto van een mozaïek in de vroeg-christelijke basilica.


Lit. E. Oberhummer (PRE 3A, 938-941). - A. Westholm, The Temples of Soloi (Diss. Stockholm 1936). The Swedish Cyprus Expedition 4,3 (Stockholm 1956). Opgravingsverslagen in Reports of the Department of Antiquities, Cyprus, 1967, 50-58; 1973, 91-102, en in Bulletin de Correspondance Hellénique 1966vv.


Kaart

(2) Soli in Cilicië, gelegen op de zuidkust ca. 40 km ten zuidwesten van Tarsus. De oorspronkelijk phenicische nederzetting werd ca. 700 vC door Grieken van het eiland Rhodus gekoloniseerd. Over de griekse periode is weinig bekend. In 83 vC werd de stad verwoest door Tigranes I van Armenië, die een groot deel van de bevolking deporteerde naar zijn nieuwe hoofdstad Tigranocerta. In 67 vC wees Pompeius S. als woonplaats toe aan de door hem overwonnen zeerovers en gaf het een nieuwe naam, Pompeiopolis. Antieke resten van de sinds de vroege middeleeuwen verlaten stad zijn schaars; van een door zuilengangen geflankeerde straat staan nog een twintigtal zuilen overeind. In S. zou zeer slecht grieks gesproken zijn; daarvandaan heette bij de Grieken een grove taalfout σολοικισμός (latijn soloecismus, nederlands solecisme) en slecht grieks spreken σολοικίζειν. Bekende zonen van het cilicische S. waren de dichter Aratus en de filosoof Chrysippus.


Lit. W. Ruge (PRE 3A, 935-938). A. Schneider (ib. 21, 2043v s.v. Pompeiopolis). A. Abaecher/I. Boyce, The Harbor of Pompeiopolis (AJA 62, 1958, 67-78). [Nuchelmans]


Kaart