Cilicië (Κιλικία), landstreek aan de zuidkust van
Klein-Azië, in het noorden begrensd door het Taurusgebergte,
in het westen door Pamphylië, in het
oosten door het Amanus-gebergte. De lengte van het land bedraagt ca. 400 km,
de breedte nergens meer dan 75 km. C. was
verdeeld in een westelijk, bergachtig en houtrijk deel
(Tracheia of Tracheiootis),dat met zijn beschutte
havens ideale piratennesten vormde, en een oostelijk
deel (Pedias), dat vosrai bestaat uit vruchtbare
vlakten, gevormd door de rivieren de Cydnus, de
Sarus en de Pyramus. De voornaamste steden in
Tracheotis waren Elaeusa, Coracesium, Celenderis,
Corycus, Aphrodisias en Seleucia, in
Pedias Mallus, Adana, Anazarbus, Tarsus,
Mopsuestia en
Issus. Door C. liep de grote hoofdweg
van het Westen naar het Oosten; hij kwam C.
binnen ten noorden van Tarsus door de z.g. Cilicische
Poort (Xenophon,
Anabasis 1, 2, 21), die
ook door Alexander
genomen werd; hij verliet C.
door de Cilicisch-Syrische Poort (Xenophon, ib. 1, 4, 4).
Voor de oudste geschiedenis van C. zie Tarsus.
De vroegste griekse kolonisten van C. vestigden zich
in de kustvlakte tussen Tarsus en Amanus; deze
kolonisatie werd door de assyrische koning Sanherib
(704-681) tot staan gebracht. Door
Cyrus onderworpen
(ca. 550 vC), maakte C. als vierde satrapie
deel uit van het perzische rijk, terwijl het
bestuurd werd door satrapen van inheemse afkomst,
Syennesis (naam of titel?) genaamd. In de
hellenistische tijd was C. beurtelings in handen
van Seleuciden en
Ptolemaeën. C. Pedias werd
het eerst romeinse provincie (101 vC), Tracheia
werd eerst na de piratenzuiveringen van Ptolemaeus
georganiseerd. Na Augustus behoorde C.
enige tijd tot de provincie Syria.
Vespasianus
herstelde de zelfstandige provincie Cilicia (hoofdstad
Tarsus). Sinds Diocletianus
was het land verdeeld
in de provincies Isauria (hoofdstad Seleucia) en
Cilicia, die deel uitmaakten van de Dioecesis Orienris;
Cilicia werd later nog onderverdeeld in Prima
(hoofdstad Tarsus) en Secunda (hoofdstad Anazarbus).
Lit. Ruge (PRE 11, 385-389). G. C. Susini (EAA 2, 594). - A. Jones, The Cities of the Eastern Roman Provinces (Oxford 1937) 192-215. R. Syme, Observations on the Province of Cilicia (Anatolian Studies, Presented to W. H. Buckler, Manchester 1939, 299-332). D. Magie, Roman Rule in Asia Minor (Princeton N.J. 1950). [J. A. de Waele]