Apollodorus (Ἀπολλόδωρος), veel voorkomende griekse eigennaam. De bekendste dragers zijn:
(1) Apollodorus van Carystus
op Euboea, een van de belangrijkste
dichters van de z.g. Nieuwe Komedie,
epigoon
van Menander. Zijn eerste optreden valt ca.
285 vC. Hij zou 47 stukken hebben geschreven. Zijn
Ἑκυρά (De schoonmoeder) en Ἐπιδικαζόμενος (De
processenjager) zijn door
Terentius in het latijn
bewerkt, ten dele zelfs woordelijk vertaald, in diens
Hecyra en Phormio.
Lit. Uitgave der fragmenten: Th. Kock, Comicorum Atticorum
Fragmenta 3 (Leipzig 1888) en, met engelse vertaling:
J. M. Edmonds, The Fragments of Attic Comedy 3 (Leiden
1961). - W. E. J. Kuiper, Two Comedies by Apollodorus of
Carystus (Mnemosyne, Suppl. 1, Leiden 1938).
(2) Apollodorus van
Alexandrië,
arts en geleerde in het begin
van de 3e eeuw vC. Zijn verhandeling over dierlijke
en plantaardige giffen, Περὶ θηρίων of
Λόγος θηριακός, was een van de hoofdbronnen voor alle
latere farmaceutische geschriften der Oudheid, o.a.
van Nicander, Heraclides van Tarente,
Plinius en
Dioscorides.
(3) Apollodorus van Athene (ca. 180-115), veelzijdig grieks geleerde, leerling van de stoïcijn Diogenes van Seleucia en, in Alexandrië, van de filoloog Aristarchus van Samothrace. Ca. 145 verliet hij Alexandrië; daarna verbleef hij vermoedelijk enige tijd in Pergamum en bracht de rest van zijn leven door in zijn vaderstad. Van zijn werken, die zich op filologisch, historisch en mythologisch terrein bewogen, zijn het bekendst:
1. Περὶ τοῦ νεῶν καταλόγου (De scheepskataloog) in 12 boeken; van deze uitvoerige commentaar op de scheepskataloog in Homerus' Ilias zijn grote stukken in de Geografie van Strabo bewaard.
2. Χρονικά (Annalen) in 4 boeken, die - in navolging van Eratosthenes - de geschiedenis vanaf de trojaanse oorlog (1184/1183) tot 119 vC beschreven; dit werk, dat geschreven was in iambische trimeters en opgedragen aan Attalus II van Pergamum [159-138), werd in de Oudheid veel geraadpleegd als bron voor de chronologie.
3. Περὶ θεῶν (De goden) in 24 boeken, vermoedelijk een rationalistische beschrijving van de godenwereld en religieuze verschijnselen.
Ten onrechte op naam van A. staat de Βιβλιοθήκη,
een onvolledig overgeleverd handboek der griekse
mythologie, dat uit de 1e eeuw nC stamt.
Lit. Uitgave der historische fragmenten: F. Jacoby, Die
Fragmente der griechischen Historiker II B 3-4 (Berlin 1929)
w. 244. M. Carstenn, Apollodorus περὶ θεῶν. Eine Sammung
der Fragmente (Diss. Kiel 1928). Beste edities van de
pseudo-Apollodorische Bibliotheca: R. Wagner, Mythographi
Graeci F (Leipzig 1926) en, met engelse vertaling en comwntaar:
J. G. Frazer, Apollodorus, The Library 1-2 (Loeb
Classical Library, London 1921). - E. Schwartz (PRE 1,
855-2886). - M. van der Valk, On Apollodori Bibliotheca
(REG 71, 1958, 100-168).
(4) Apollodorus van
Pergamum
(ca. 104-22), beroemde leraar
der welsprekendheid. Hij kwam met
Octavianus, die
in Apollonia zijn leerling was geweest, naar Rome,
waar hij een school stichtte. Zijn aanhangers werden
Apollodorei genoemd; dezen bestreden heftig de
eveneens atticistische aanhangers van
Theodorus
van Gadara, de leraar van de latere keizer
Tiberius.
De Theodorei stelden tegenover de zeer strenge wetenschappelijke
regels van A. een vrijere opvatting
van de retorica als kunst. Het verloren handboek
van A. werd door een zekere Gaius Valgius Rufus
in het latijn vertaald.
Lit. J. Brzoska (PRE 1, 2886-2894). - GGL 2, 459v.
[Nuchelmans]