Demetrius (Δημήτριος):
(1) Demetrius, overigens
onbekende auteur van een belangrijk
tractaat Περὶ ἑρμενείας (De stijl) uit de 1e eeuw
vC of nC. Hij behandelt de periodenleer en onderscheidt
behalve de drie traditionele stijlsoorten een
vierde om Demosthenes
in zijn systeem te laten
passen. De stijlsoorten worden geanalyseerd en met
voorbeelden toegelicht. Ook aan de epistolografie
en de figurenleer wordt aandacht geschonken. Vroeger
werd de auteur ten onrechte met
Demetrius van
Phalerum geïdentificeerd. Het belangrijkste handschrift
waarin het tractaat is overgeleverd, is codex
Parisinus graecus 1741 uit de 11e eeuw.
Lit. Uitgaven: L. Radermacher, Demetrii de elocutione libellus
(Leipzig 1901 = Stuttgart 1967). Met engelse vertaling:
W. Rhys Roberts, D. on Style (Loeb Class. Libr., London
1927) en G. Grube, A Greek Critic. D. on Style (Toronto
1961). Duitse vertaling: E. Orth, Demetrios vom Stil (Saarbrücken
1923). - D. Schenkeveld, Studies in D. on Style
(Diss. Amsterdam 1964).
(2) Demetrius Ixion, uit Mysië
geboortige grammaticus (2e
eeuw vC). Hij was aanvankelijk leerling van
Aristarchus van Samothrace,
later sloot hij zich
aan bij de opvattingen van diens tegenstander
Crates van Mallus. In zijn commentaren op
Homerus richtte D. zich tegen de athetesen van
Aristarchus. Hij schreef voorts commentaren op
Hesiodus en
Aristophanes en werken over grammaticale
onderwerpen. Daarvan is vrijwel niets bewaard
gebleven.
Lit. L. Cohn (PRE 4, 2845-2847). - T. Staesche, De Demetrio
Ixione grammatico (Diss. Halle 1883).
(3) Demetrius van Magnesia,
geleerde uit de 1e eeuw vC, vriend van
Titus Pomponius Atticus,
aan wie hij
zijn verhandeling Περὶ ὁμονοίας (De eensgezindheid)
opdroeg. Hij schreef verder twee compilatiewerken,
Περὶ ὁμωνύμων πόλεων (Gelijknamige steden)
en Περὶ ὁμωνύμων ποιητῶν τε καὶ συγγραφέων
(Gelijknamige dichters en schrijvers), waarvan enkele
fragmenten bewaard zijn gebleven. Daaruit
blijkt dat D. zonder veel kritiek waardevol en waardeloos
materiaal naast elkaar plaatste.
Lit. E. Schwartz (PRE 4, 2814-2817).
(4) Demetrius van Scepsis in de
Troas (ca. 200-130), geleerde,
die een Τρωικὸς διάκοσμος in 30 boeken
schreef, een commentaar op de kataloog der Trojanen
in Ilias 2, 817-877. Strabo en
Athenaeus citeren
uit dit werk, dat een zeer uitvoerige beschrijving gaf
van de Troas met velerlei digressies, omvangrijke
passages.
Lit. Fragmenten bij R. Gaede, Demetrii Scepsii quae supersunt
(Diss. Greifswald 1880). - E. Schwartz (PRE 4, 280-728
13).
(5) Demetrius, vergriekste jood uit de 3e eeuw vC, de
eerste joodse auteur die in het grieks over joodse geschiedenis
schreef. Van zijn werk Περὶ τῶν ἐν τῇ Ἰουδαίᾳ βασιλέων (De koningen in Judaea) zijn enkele
fragmenten bij Alexander Polyhistor bewaard
gebleven.
Lit. Fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen
Historiker 3 C (Leiden 1958) no. 722.
(6) Demetrius van Callatis, griekse historicus en geograaf,
die ca. 200 vC een werk over Azië en Europa (Περὶ Ἀσίας καὶ Εὐρώπης) in 20 boeken schreef; hiervan
zijn slechts fragmenten bewaard gebleven.
Lit. Fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen
Historiker 2A en 2C (Berlin 1926 = Leiden 1961-1963)
no. 85.
(7) Demetrius van Alopece, attische beeldhouwer uit de 5e
of 4e eeuw vC, die om zijn realisme de bijnaam ὁἀνθρωποποιός (De mensenmaker) kreeg. Van de in
de oudheid op zijn naam staande beelden (o.a. van de
hipparch Simon, van de Athene-priesteres Lysimache
en van de corinthische veldheer Pellichus) heeft men
tot op heden geen enkel met zekerheid kunnen identificeren.
Lit. G. Cressedi (EAA 3, 68v).
(8) Demetrius van Apamea in Bithynië (ca. 100 vC), arts
uit de geneeskundige school van
Herophilus van
Chalcedon. Hij was gespecialiseerd in de gynaecologie
en schreef volgens
Soranus o.a. over de oorzaken
van moeilijke bevallingen. Voorts was hij de
auteur van een algemene pathologie (Περὶ παθῶν) in
minstens 12 boeken en van een verhandeling over de
diagnose (Σημειωτικόν).
[Nuchelmans]