Archidamus

Archidamus (Ἀρχίδαμος), naam van vijf spartaanse koningen uit het huis der Eurypontiden:

(1) Archidamus I, ca. 600 vC. Van zijn regering is zo goed als niets bekend.


(2) Archidamus II, koning van ca. 470 tot 427 naast Plistarchus en Plistoanax. Bij de grote aardbeving van 464 redde hij door zijn tegenwoordigheid van geest Sparta van een onverhoedse aanval der Messeniërs en heloten. Bij de besprekingen voor het uitbreken van de peloponnesische oorlog maande A. de Spartanen tot een vreedzame oplossing van de geschillen (Thucydides 1, 79-85). In 431, 430 en 428 stond hij aan het hoofd van de peloponnesische strijdkrachten die Attica binnenvielen; het eerste deel (431-421) van de oorlog werd reeds in de Oudheid dikwijls naar hem de archidamische oorlog genoemd. Zijn opvolger Agis II (427-399) was een zoon uit zijn eerste, diens opvolger Agesilaüs II (399-360) een zoon uit zijn tweede huwelijk.


Lit. B. Niese (PRE 2, 467).


(3) Archidamus III, zoon en opvolger van Agesilaüs II, werd geboren ca. 400 vC en regeerde van 360 tot 338 naast Cleomenes II (370-310). Reeds voordat hij de troon besteeg bekleedde A. belangrijke commando's, o.a. in 371 na de slag bij Leuctra, in 367 en 364 in de strijd tegen Arcadië en in 362 bij de heldhaftige verdedigulg van Sparta tegen Epaminondas. Als koning steunde hij in de derde heilige oorlog (356-346) de Phocensers. In 342 kwam hij Tarente te hulp tegen de Lucaniërs en Messapiërs; door dezen werd hij in 338 verslagen, hij zelf sneuvelde op dezelfde dag waarop ook de slag bij Chaeronea plaats vond. A. genoot, ook buiten Sparta, bij velen groot aanzien, o.a. bij de Athener Isocrates, die in zijn 'Archidamus' (366) de spartaanse prins tot woordvoerder van de anti-thebaanse politiek maakte.


Lit. Isocrates, Archidamus. - B. Niese (PRE 2, 467-469).


(4) Archidamus IV, zoon van Eudamidas I, was koning in het begin van de 3e eeuw vC. Hij werd door Demetrius Poliorcetes bij Mantinea verslagen.


(5) Archidamus V, zoon van Eudamidas II, kleinzoon van A. IV, broer van Agis IV. Na diens vermoording in 241 naar Messenië gevlucht, keerde hij in 227 naar Sparta terug, maar werd terstond door zijn tegenstanders om het leven gebracht. [Nuchelmans]


Lijst van Namen