Hermias (Ἑρμείας), griekse eigennaam. Vermelding verdienen:
(1) Hermias van Atarneus,
vanaf ca. 350 tiran van de steden
Atarneus en Assus
in Mysië. H., die in Athene
leerling van de Academie was geweest, deelde zijn
gematigd bewind met Plato's leerlingen Erastus en
Coriscus en verbond na Plato's
dood (348/347) ook
Aristoteles
en Xenocrates aan de filosofische
school die hij te Assus had gesticht; Aristoteles verbleef
drie jaar te Assus en huwde Hermias' nicht
Pythias. Ca. 342 vC sloot de vorst, die over een sterk
leger en een machtige vloot beschikte, een geheim
verbond met Philippus II
van Macedonië, waarbij
hij deze een bruggehoofd op de kust van Klein-Azië
afstond. Als reactie hierop liet de perzische koning
Artaxerxes III
hem bij een onderhoud met de perzische
veldheer Mentor arresteren. Mentor zond
hem naar Artaxerxes, die H. terecht liet stellen.
Lit. P. Von der Mühll (PRE, Suppl. 3, 1918, 1126-1130). D.
Wormell, The Literary Tradition Concerning H. of Atarneus
(Yale Studies in Classical Philology 5, 1935, 57-92).
(2) Hermias, overigens onbekende christelijke auteur van
een klein apologetisch geschrift
Διασυρμὸς τῶν ἔξω φιλόσοφων
(Satyre op de heidense wijsgeren), dat
vermoedelijk in de 3e eeuw nC gedateerd moet
worden.
Lit. Uitg.: H. Diels, Doxographi Graeci³ (Berlin 1958) 649-656.
L. Alfonsi, Ermia Filosofo (Brescia 1947).
(3) Hermias van Alexandrië,
neoplatoonse wijsgeer uit de
5e eeuw nC. H. studeerde, samen met
Proclus, in
Athene bij Syrianus,
huwde diens verwante
Aedesia en doceerde later in Alexandrië. Hij stierf
jong en genoot zoveel aanzien dat de stad Alexandrië
de zorg voor de opvoeding van zijn minderjarige
zonen Ammonius en Heliodorus op zich nam. Bewaard
gebleven is van H. een commentaar op
Plato's Phaedrus,
een bewerkt collegedictaat van
Syrianus.
Lit. Uitg.: P. Couvreur, Hermiae Alexandrini in Platonis
Phaedrum Scholia (Paris 1901 = Hildesheim 1969). - K.
Praechter (PRE 8, 732-735).
[Nuchelmans]