Pausanias (Παυσανίας), griekse eigennaam. Vermelding verdienen:
(1) Pausanias van Sparta, zoon van Cleombrotus en neef van Leonidas, geboren ca. 510 vC. P. was de opperbevelhebber van de gezamenlijke griekse strijdkrachten die bij Plataeae (479 vC) een beslissende overwinning op de Perzen behaalden. In 478 veroverde hij aan het hoofd van een griekse vloot Byzantium, maar als gevolg van zijn autoritair en aanmatigend optreden sloegen zijn manschappen al spoedig aan het muiten. Bovendien deed het gerucht de ronde dat hij de Perzen zou hebben aangeboden naar hen over te lopen indien hij de hand van een perzische prinses kreeg. Naar Sparta teruggeroepen, slaagde hij erin zich van deze blaam te zuiveren. Hij ging terug naar Byzantium, waar hij steunend op een privé-leger het bewind voerde tot ca. 470, toen hij door Cleon verdreven werd. Hij zocht nu zijn toevlucht in Colonae in de kleinaziatische Aeolis, maar keerde spoedig daarop, opnieuw beticht van verraderlijke onderhandelingen met de Perzen, naar Sparta terug om zich te verantwoorden. Hij werd daar door de eforen in de gevangenis geworpen, maar later wegens gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Kort daarop echter werd een nog ernstiger beschuldiging tegen hem ingebracht, namelijk, dat hij een helotenopstand voorbereidde. Om een nieuwe arrestatie te ontgaan trok P. zich terug in het heiligdom van Athena Chalcioecus, waar men hem liet doodhongeren (ca. 467). Van welke aard Pausanias' eventuele contacten met de Perzen zijn geweest, blijft onduidelijk; het is wel waarschijnlijk dat hij met plannen rondliep om het eforaat omver te werpen.
Enig idee van Pausanias' uiterlijke verschijning krijgen
we via twee hermen in het Capitolijns Museum
in Rome en drie koppen, resp. in het Nationaal
Museum te Napels, het Nationaal Museum te Oslo
en het Capitolijns Museum in Rome.
Lit. H. Schaefer (PRE 18, 2 (4), 2563-2578). - J. Wolski, P.
et le problème de la politique spartiate (Eos 47, 1954, 75-94).
C. Hignett, Xerxes' Invasion of Greece (Oxford 1963) 264-341.
(2) Pausanias,
kleinzoon van Pausanias,
geboren ca. 448, koning
van Sparta van 445 tot 426 en van 408 tot 394.
Toen hij ongeveer drie jaar oud was, werd zijn
vader Plistoanax van omkoperij beschuldigd en uit
Sparta verbannen; P. werd koning onder regentschap
van zijn oom Cleomenes. Toen Plistoanax in
426 werd teruggeroepen, nam hij het koningschap
weer op zich; nadat hij in 408 was gestorven, werd
P. opnieuw koning. In 403 werd P. naar Athene gezonden
als vervanger van Lysander, die op dat
moment, in een poging om het regiem van de
Dertig te herstellen,
Thrasybulus en de atheense
democraten in de Piraeus belegerde. P. voelde, gesteund
door de publieke opinie in Sparta, er niets
voor de harde politiek van Lysander voort te zetten
en liet toe dat in Athene de democratie werd
hersteld. In het begin van de zogenaamde corinthische
oorlog werd P. naar Boeotië gestuurd om
Lysander bij te staan; toen hij echter vernam dat
deze bij Haliartus verslagen en gedood was, trok hij
zich zonder strijd te leveren terug. Hierom in Sparta
aangeklaagd, ging hij naar Tegea, waar hij na 390
in ballingschap stierf.
Lit. H. Schaefer (PRE 18, 2 (4), 2578-2584). [Schouten]