Melkart


Melkart rijdt op een zeepaard
Zilveren didrachme uit
Tyrus (4e eeuw vC)
Melkart ('koning van de stad'), phenicische godheid, stadsgod van Tyrus, voor wie volgens de overlevering Hiram een tempel bouwde, reeds in de 9e eeuw in inscripties vermeld, door de Assyriërs milqartu gespeld, en voorkomend in veel phenicische en punische persoonsnamen. De meningen over de eigen aard van deze god, wiens naam een appellativum is, lopen uiteen. Sommigen zien in hem een zonnegod, anderen een god van vruchtbaarheid en oogst; uit gegevens uit de hellenistische tijd leidt men af dat hij toen werd beleefd als een stervende en opstaande god. Zijn verbondenheid met het vuur blijkt uit de dubbelnaam Resjef-M. en het feit dat in zijn heiligdom geen godenbeeld voorkwam, maar naast opgerichte stenen een eeuwig brandende altaarvlam. In hellenistische tijd werd hij geïdentificeerd met Heracles.

Door deze identificatie en de phenicische kolonisatie verbreidde zijn cultus zich over heel het Middellandse Zee-gebied, waar hij overal (op Cyprus, Malta, Sardinië, Sicilië, Spanje - Gades - en Noord-Afrika - o.a. Carthago en Leptis Magna -) tempels had. Zijn populariteit dankt hij o.a. aan het feit dat hij door zeevaarders als god van voorgebergten werd vereerd (vgl. rš-mlqrt, 'Kaap M.' op een sicilische munt met afb. van Heracles), hoewel hij in de oudste teksten geen zeegod is. Volgens Philo Byblus was hij de zoon van Demaros; als zijn paredra gold o.a. Astarte. Adelaar en leeuw waren hem toegewijd.


Lit. W. Röllig (WMI 297v). S. Moscati, The World of the Phoenicians (London 1968) 34-36, 139, 193, 241. H. Gesel M. HöfnerlK. Rudolph, Die Religionen Altsyriens, Altarabiens und der Mandäer (Stuttgart 1970) 189-198. E. Lipinski, La fête de l'ensevelissement et de la résurrection de Melqart in Actes de la XVIIe Rencontre Assyriologique Internationale (Ham-sur-Heure 1970) 30-58. D. van Berchem, Sanctuaires d'Hercule-Melqart (Syr 44, 1967, 73-109). [Veenhof]


Lijst van Goden