(1) Lucius Cornelius Sisenna, (118-67 vC) romeins geschiedschrijver uit het begin van de 1e eeuw vC, een der z.g. jongere annalisten (Romeinen). Hij was praetor in 78 vC en trad o.a. op als verdediger van Verres. In 67 vC werd hij als legatus in de oorlog van Pompeius tegen de zeerovers naar Kreta gezonden, alwaar hij stierf. Op latere leeftijd, kort na Sulla's dood, schreef hij een geschiedkundig werk met de titel Historiae, in 12 of wellicht 23 boeken, waarvan slechts fragmenten over zijn. Daarin behandelde hij behalve de mythische tijd o.a. ook de marsische oorlog (Marsi) en kwam hij in ieder geval tot 82 vC, waarschijnlijk zelfs tot de dood van Sulla in 78 vC, zodat zowel de (aan de marsische oorlog gelijke, maar meestal anders genoemde) bondgenotenoorlog (91-89 vC) als Sulla's burgeroorlog (88-82 vC) werden behandeld. Mogelijk is dat hij de bedoeling had aan te sluiten op het werk van Sempronius Asellio, dat eindigde met de dood van Drusus in 9 vC. S. geldt als de belangrijkste vertegenwoordiger van de contemporaine geschiedschrijving in de tijd van Sulla. Voor zover dat uit de bewaarde fragmenten valt op te maken, werd Sulla in het bijzonder door de schrijver verheerlijkt en kreeg het militaire aspect nogal veel aandacht, hetgeen niet vreemd is bij de oud-officier S. Zijn stijl wordt gekenmerkt door talrijke archaïsmen en ongewone uitdrukkingen. Als doel van de historiografie zag hij naar het voorbeeld van de griekse historicus Clitarchus het creëren van boeiende lectuur; als gevolg daarvan is er in zijn werk dan ook een duidelijke neiging tot romantisering te bespeuren.
In de romeinse literatuurgeschiedenis is S. voorts
van grote betekenis geweest doordat hij de Milesische
novellen van
Aristides van Milete in het
latijn heeft vertaald, zoals wordt meegedeeld door
Ovidius in Tristia 2, 443v.
Deze vertaling, die zeer
populair was in Rome, heeft in later tijd tot uitgangspunt
gediend voor het verhaal van de 'weduwe
van Ephese' in Petronius' Satyricon (111-113)
en voor een aantal vertellingen in de roman van
Apuleius.
Lit. Uitgave van de fragmenten in H. Peter, Historicorum
Romanorum Reliquiae 12 (Leipzig 1914) CCCXXXIV-CCCXLIX,
277-297. - B. Niese (PRE 4, 1512v). GRL 1, 324-326.
- A. Schneider, De L. Cornelii Sisennae historiarum
reliquiis (Diss. Jena 1882). H. Bardon, La littérature latine
inconnue 1 (Paris 1952) 251-258. P. Frassinetti, S. e la guerra
sociale (Athenaeum 50, 1972, 78-113).
(2) Sisenna, Plautus-commentator, die waarschijnlijk
leefde in de tijd van Augustus, doch van wie verder
niets bekend is, tenzij het feit dat hij enige
malen wordt genoemd door latere romeinse grammatici.
Hij is zeker niet identiek met
bovengenoemde historicus S., hoewel dat door sommigen
in het verleden wel is aangenomen.
Lit. H. Bardon, La littérature latine inconnue 2 (Paris 1956)
116.