Pasargadae (Πασαργάδαι, elamitisch Batrakataš,
thans Madar-i Sulaiman), koninklijke residentie in
het iraanse gewest Parsa (grieks Persis, nieuw-perzisch
Fars), door Cyrus de Grote aangelegd
dicht bij de plaats waar hij in 550 vC
Astyages, de
koning der Meden, versloeg. In een keteldal van
3 x 3 km, dat onverdedigd lijkt te zijn geweest, liet
Cyrus de volgende bouwwerken optrekken, waarvan
door systematische opgravingen sinds 1928 aanzienlijke
resten aan het licht gekomen zijn.
1. Een poortgebouw (reliëf met viervleugelige genius).
2. Een kalkstenen brug van 16 x 16 m op 15 zuilen.
3. Een rechthoekige ontvangstzaal met acht hoge
zuilen, omgeven door portieken met lagere zuilen.
Soortgelijke zuilenhallen kwamen in de 7e eeuw vC
reeds in Urartu voor (Erevan, Erzincan) en,
op kleinere schaal, in de 9e eeuw bij de Manneeën;
ook voor het afwisselend gebruik van zwarte
en witte steen bestaan urartische voorbeelden.
4. Een paleis, gelijkend op de ontvangstzaal, doch
voorzien van kleinere deuropeningen en uit kleitichels
opgetrokken vleugels met kleine kamers; in
de deuropeningen zijn reliëfs van een gedrapeerde
koning aangebracht, die door opschriften als afbeeldingen
van Cyrus zijn gekenmerkt.
5. Een tuinpaviljoen met twee portieken; hier verborg
een dame van het perzische hof tegen 330 vC
haar gouden en zilveren sieraden.
6. Een vuurtempel, of liever bewaarplaats voor het
heilige vuur, in de vorm van een 14 m hoge kalkstenen
toren met hoge buitentrap en blinde vensters.
7. Twee openlucht-altaren binnen een ommuring,
waarvan één hoek wordt gevormd door een getrapt
kleitichelterras.
8. Het graf van Cyrus,
bestaande uit een grafkamer
met een hellend dak, een vereenvoudigde ionische
daklijst en een met een driedubbel rozet gesierde
gevel. Het monument, dat op een getrapte onderbouw
van 12 x 13 m staat, is in zijn geheel 11 m
hoog; het is opgetrokken uit grote kalksteenblokken.
Volgens Arrianus
lag het lichaam van Cyrus in een
gouden sarcofaag op een gouden rustbank met een
gouden tafel ervoor en stond het graf in een ommuurd
park met een wachthuis.
9. Een citadel van 700 x 700 m, waarvan de kleitichelmuur
de kam van zes heuvels volgt. Tegen de
zuidelijke heuvel is een terras gebouwd, dat het
stadsgebied domineert en waarschijnlijk bedoeld
was als onderbouw voor een paleis. Onder
Darius
I echter werd er uit kleitichels een kazerne met
voorraadkamers op gebouwd, die in de opstand
tegen het griekse bewind van de
Seleuciden ca.
280 vC door brand verwoest werd; de laatste bewoners
verborgen er een schat van zilveren sieraden
en munten van Alexander de Grote en
Seleucus I.
In P. resideerden Cyrus de Grote en
Cambyses.
Ca. 510 vC werd de functie van P. overgenomen
door Persepolis.
Lit. H. Treidler (PRE Suppl. 9, 1962, 777-799). L. Vanden
Berghe, Archéologie de l'Iran Ancien (Leiden 1959) 20-23.
- Ali Sami, P., the oldest imperial capital of Iran (Shiraz
1956). - Opgravingsverslagen: E. Herzfeld, Bericht über die
Ausgrabungen von P. (Archäologische Mitteilungen aus Iran
1, 1928, 4-16). D. Stronach, Excavations at P. (Iran 1, 1963,
19-42; 2, 1964, 21-39; 3, 1965, 9-52; 9, 1971, 155-158).
[Van Loon]