Sabratha (punisch Sbrtn), noordafrikaanse
havenstad op de zuidkust van de Syrtis minor,
gelegen nabij het gelijknamige tegenwoordige stadje,
64 km ten westen van het moderne Tripoli.
S. werd door phenicische
of punische handelslieden
gesticht en maakte deel uit van het carthaagse
imperium totdat het na de nederlaag der
Carthagers in de
tweede punische oorlog (202 vC)
door Massinissa
bij Numidië werd gevoegd. Vanaf 46 vC behoorde
de stad tot de romeinse provincie Africa. S. werd snel geromaniseerd en bereikte
zijn grootste bloei in de 2e eeuw nC, toen het ook
de status van colonia
verkreeg. In de 5e eeuw
raakte de stad in verval, maar ze beleefde nog een
korte nabloei ten tijde van keizer
Justinianus (527-565).
Na de verovering door de Arabieren in 643
werd ze geheel verlaten. De eerste bisschop van S.
wordt genoemd in 253. Van het romeinse S. staan
nog grote delen overeind, o.a. van diverse tempels
(ter ere van Liber pater,
Serapis,
Hercules en
Marcus Aurelius),
van de thermen, van het amfitheater,
van christelijke basilica's en van zowel de eenvoudige
als de luxueuze woonwijken; bijzonder indrukwekkend
is het theater (ca. 200 nC) met zijn beroemde
monumentale toneelwand. Het museum ter
plaatse herbergt de opgegraven sculpturen,
wandschilderingen, ceramiek en zeer fraaie
mozaïeken.
Lit. P. Romanelli (EAA 6, 1050-1060). J. B. Ward-Perkins (Princeton Encyclopedia of Classical Sites, Princeton 1976, 779v). - G. Pesce, Il tempio di Iside in S. (Rome 1953). J. B. Ward-Perkins/R. G. Goodchild, The Christian Antiquities of Tripolitania (Archaeologia 95, 1953, 1-82). D. E. Haynes, The Antiquities of Tripolitania. An archeological and historical guide to the pre-Islamic antiquities (Tripoli 1959). G. Caputo, Il teatro di S. (Rome 1959). P. Ward, S. A guide for visitors (Harrow 1970). [Nuchelmans]