Theon (Θέων), griekse persoonsnaam. Vermelding verdienen:
(1) Theon,
grammaticus uit het begin van de 1e eeuw
nC, auteur van commentaren op Homerus,
Pindarus,
Sophocles,
Callimachus, Lycophron,
Theocritus,
Apollonius Rhodius en
Nicander. Uit de fragmenten
die in scholia e.d. bewaard zijn gebleven
blijkt dat hij bij de interpretatie van teksten zorgvuldig
aan alle aspecten recht poogde te doen. T. zou
ook glossaria bij de tragici en comici aangelegd hebben,
vermoedelijk aan de hand van de lexicografische
studies van Didymus.
Lit. Fragmenten in C. Giese, De T.e grammatico eiusque reliquiis
(Diss. Münster 1867). - C. Wendel (PRE 5A, 2054-20 9).
(2) Aelius Theon van Alexandrië,
retor uit de 1e of 2e
eeuw nC, auteur van commentaren op Xenophon,
Isocrates en
Demosthenes, van een retorica-handboek,
van Ζήτηματα περὶ συντάξεως (Problemen
betreffende de zinsbouw) en van Προγυμνάσματα.
Alleen dit laatste werk is - zij het onvolledig en in
een bewerkte versie - bewaard gebleven; het bevat
de oudste verzameling retorische vooroefeningen
(Progymnasmata)
die we bezitten en werd tot het
einde van de oudheid veel gebruikt.
Lit. Uitgaven: C. Walz, Rhetores Graeci 1 (Stuttgart 1832) 137-257.
L. Spengel, Rhetores Graeci 2 (Leipzig 1854) 57-130. - W. Stegemann
(P E5A, 2037-2054). - I. Lana, I progimnasmi di Elio Teone
1. La storia del testo (Rome 1959).
(3) Theon van Smyrna,
filosoof en wiskundige uit de 2e
eeuw nC. Van zijn werken zijn een commentaar op
de Politeia van Plato
en een tractaat over de chronologie
van Plato's dialogen verloren gegaan. Grotendeels
bewaard gebleven is een verhandeling Περὶ τῶν κατὰ τὸ μαθηματικὸν χρησίμων εἰς τὴν Πλάτωνος ἀνάγνωσιν (De wiskundige kennis die
nuttig is voor de lectuur van Plato) in vijf secties:
rekenkunde, planimetrie, stereometrie, muziek en
astronomie (de meetkunde en een deel van de muziek
mankeren). Bij de behandeling van de deelbaarheid
formuleert T. o.a. de stelling: indien n²
noch door 3 noch door 4 deelbaar is, dan is n² - 1
door 3 en 4 deelbaar.
Lit. Uitgaven: E. Hiller, T. is Smyrnaei Expositio rerum mathematicarum
ad legendum Platonem utilium (Leipzig 1878). Met franse
vertaling: J. Dupuis, Théon de Smyrne, Exposition des connaissances
mathématiques utiles pour la lecture de Platon (Paris 1892 =
1966). - K. von Fritz (PRE 5A, 2067-2075). - T.L. Heath, A History
of Greek Mathematics (Oxford 1921) 2, 238-244. B. van der Waerden,
Ontwakende wetenschap (Groningen 1950) 256-261.
(4) Theon van Alexandrië, wis- en sterrenkundige uit de
tweede helft van de 4e eeuw nC. Hij doceerde aan
het Museum in Alexandrië en was de vader van de
wiskundige en filosofe
Hypatia. T. schreef een gedeeltelijk
bewaard gebleven commentaar
Ὑπομνήματα op de Syntaxis (Almagest) van
Ptolemaeus, een voortzetting en uitwerking van
de commentaar van Pappus.
Voorts redigeerde
hij, op tamelijk vrije wijze, uitgaven van de Elementen
en van de Optica van
Euclides. Zijn redactie
van de Elementen gold tot het begin van de 19e
eeuw, toen F. Peyrard in codex Vaticanus graecus
190 de oorspronkelijke tekst terugvond, als de authentieke
versie van Euclides. Tot in de 16e eeuw
nam men aan dat Euclides alleen de auteur van de
stellingen was en dat de bewijzen van T. stamden.
Lit. Uitgaven: N. Halma, Théon d'Alexandrie, Commentaire sur le
premier livre de la Composition mathématique de
Ptolémée (Paris 1821). Id.,
Théon d' Alexandrie, Commentaire sur les tables manuelles
astronomiques de Ptolémée (ib. 1823). A. Rome, Théon
d'Alexandrie, Commentaire sur les Livres I et II de l'Almageste
(Studi e Testi 72, Rome 1936). Id., Théon d'Alexandrie, Commentaire
sur les Livres III et IV de l'Almageste (Studi e Testi 106, Rome
1943). A. Tihon, Le Petit Commentaire de Théon d' Alexandrie aux
Tables faciles de Ptolémée (Studi e Testi 282, Rome 1978). T.s.
uitgave van de Optica van Ptolemaeus in J. Heiberg/H. Menge, Euclidis
Opera omnia 7 (Leipzig 1895). - K. Ziegler (PRE 5A, 2075-2080.
- T.L. Heath, A History of Greek Mathematics (Oxford
1921 l,59-63;2, 526-529. [Nuchelmans]