Artabanus (Ἀρτάβανος), naam van een vijftal koningen van het parthische rijk, uit de dynastie der Arsaciden.
(1) Artabanus I (211-191?) was volgens sommige historici
de naam van de derde koning uit de dynastie; zekerheid
bestaat hierover echter niet.
(2) Artabanus II (128-123) sneuvelde in de strijd tegen de
Tocharen, een mongoolse stam die het oosten van
zijn rijk binnengevallen was.
(3) Artabanus III (ca. 10-39) bezorgde de Romeinen grote
last. Hij werd op de troon geplaatst door een partij
die Vonones I, zijn door keizer
Augustus tot koning
van Armenië gemaakte neef, niet wilde erkennen.
Na lange strijd slaagde A. erin Vonones te verdrijven.
Germanicus
sloot in 18 een verbond met A.
en zag af van verdere steun aan Vonones. In 35
kwam de eigenzinnige vorst opnieuw in conflict met
de Romeinen. Op verzoek van diens tegenstanders
benoemde keizer Tiberius
Tiridates, een neef van
Phraätes IV,
tot koning van de Parthen en droeg
de syrische stadhouder Vitellius op de troonsbestijging
te verwerkelijken. Deze slaagde hierin, A.
vluchtte, maar keerde spoedig met een sterk leger
terug en verdreef Tiridates. Omdat hij zich niet sterk
genoeg achtte voor een gewapend treffen met de
Romeinen, sloot hij met Vitellius een verdrag (37).
Kort daarna zag A. zich wederom genoodzaakt te
vluchten, maar zijn vazal Izates van
Adiabene herstelde
hem in zijn macht. In 39 werd hij opgevolgd
door zijn zoon Vardanes.
Lit. Schürer 1, 446v. F. Cauer (PRE 2, 1293-1296). - U.
Kahrstedt, Artabanus III und seine Erben (Bern 1950).
(4) Artabanus IV
(80-81) werd door een deel van de
Parthen
tot koning uitgeroepen in 80 nC, maar kon zich niet
lang handhaven tegen Pacorus II (78-116).
(5) Artabanus V
(213-226/227), laatste koning van het rijk
der Parthen, zoon van Vologeses IV. Toen deze in
209 stierf en door zijn zoon Vologeses V opgevolgd
werd, stond A. tegen zijn broer op en maakte zich
meester van de westelijke helft van het rijk, terwijl
Vologeses zich in Babylon wist te handhaven. A.
werd in 216 aangevallen door keizer
Caracalla en
leed aanvankelijk zware verliezen. Toen Caracalla
in april 217 door Macrinus
in Carrhae vermoord
was, nam de Parth het initiatief; in 217 en 218 versloeg
hij Macrinus tweemaal, de laatste overwinningen
van de Parthen op de Romeinen, die alle
veroverd gebied weer moesten prijsgeven en een
zware schatting betalen. Intussen had de
Sassanide
Ardasjir zich meester gemaakt van een deel van
het parthische rijk en breidde zijn macht steeds verder
uit. A. slaagde, evenmin als zijn broer Vologeses
V, er niet in hem te onderwerpen. Vologeses
werd ca. 223 onttroond, A. sneuvelde in de slag bij
Hormuz (226/227). [Nuchelmans]