Tauromenium (Ταυρομένιον), griekse stad op de
oostkust van Sicilië ten noordoosten van de
Etna,
thans Taormina. Van de 8e tot in
de 4e eeuw vC schijnen er inheemse bewoners
gevestigd te zijn geweest op de dubbele heuvel met de
vorm van stierehorens, waaraan de stad haar naam
dankt. Dionysius
van Syracuse overviel de
stad en sedert 392 vC behoorde zij tot de
syracusaanse invloedssfeer. Omstreeks 358 vC werd onder
Andromachus, de vader van de geschiedschrijver
Timaeus, een nieuwe stad gesticht. In 345 vC zette
de Corinthiër Timoleon er voet aan wal. Nadat
Agathocles
de stad in 312 vC had ingenomen,
kwam er na diens dood een plaatselijk tiran,
Tyndarion, aan de macht. Ten tijde van
Hiero was
zij een steunpunt in diens strijd tegen de
Mamertijnen.
Sinds 214 vC wordt T. genoemd als een civitas foederata van Rome; blijkens Cicero's redevoeringen tegen Verres had de stad een verdrag met Rome gesloten en genoot zij op grond daarvan zelfbestuur en vrijdom van belastingen. Dat T. in de keizertijd niet onbelangrijk was, blijkt o.m. uit de resten van gebouwen die aan het licht zijn gekomen.
De agora en het latere forum lagen onder de
tegenwoordige markt. Het theater, in eerste aanleg
grieks, werd in de romeinse tijd ingrijpend
verbouwd, eerst onder Augustus,
later ten tijde van
Hadrianus.
Het odeum bestond uit een halfrond
auditorium met 16 treden. Vlakbij liggen de resten
van een tempel uit de 4e eeuw vC. Een antentempel
was blijkens een inscriptie gewijd aan Juppiter,
Isis
en Serapis.
De z.g. Naumachia, die voorzien was
van een façade met nissenarchitectuur, deed
waarschijnlijk dienst als terrasmuur en dateert uit de 2e
eeuw nC.
Lit. K. Ziegler (PRE 5A, 27-32). G. V. Gentili (EAA 7, 598 v). M. Santangelo, Taormina e dintorni (Rome 1950; ook in franse, engelse en duitse vertaling). [J. A. de Waele]