Tusratta, koning van Mitanni (Hurrieten), bekend uit het Amarna-archief, de hethitische staatsverdragen en de 'Daden van Suppiluliumas (I)' (Mursilis II), oudere tijdgenoot en tegenstander van Suppiluliumas I en wellicht ook al contempodiens vader en voorganger Tudhahjas III. Vanaf het begin van de 14e eeuw vC heerste vrede tussen Mitanni en Egypte, die Syrië in invloedssferen hadden opgedeeld, waarbij Egypte een oppergezag uitoefende over Kades, Amurru (Martu) en Ugarit (zie ook Hethieten (IV) schiedenis), terwijl bv. Qatna onderhorig was aan de koningen van Mitanni. Door middel van dynastieke huwelijken werden de banden tussen Egypte en Mitanni versterkt. Zo huwde Artatama I een dochter uit aan Thutmosis IV en zond Suttarna II in het 10e jaar van Amenhotep III zijn dochter Kiluhepa naar Egypte. Na de dood van Suttarna II werd de gewenste troonopvolger Artasumara vermoord en in zijn plaats de op dat moment no minder jarige T., een jongere zoon van Suttarna II, op de troon van Mitanni gebracht. Kennelijk was hij niet de enige kandidaat, want tijdens een latere fase namen de Hethieten contact op met een tegenkoning Artatama II, van wie men niet weet of hij over een eigen machtsbasis beschikt heeft of slechts als refugié aanspraak op de troon maakte. De traditie van de dynastieke huwelijken werd voortgezet, toen Taduhepa, dochter van T., in het 34e jaar van Amenhotep III met de farao huwde. Tot dit deel van het Mitanni-dossier uit het Amarna-archief behoort ook de z.g. Mitanni-brief (EA 24), nog steeds het belangrijkste document in het hurritisch. De jongste brief van T. in het dossier (EA 29) wordt in het 14e of 15e jaar van Amenhotep IV = Echnaton gedateerd.
EA 17, de oudste bnef van T., refereert wellicht aan een vroeg conflict tussen Mitanni en de Hethieten om Isuwa, het gebied rond de huidige turkse stad Elazig, in de landstreek die in het noorden door de Murat en in het westen en het zuiden door de Eufraat begrensd wordt.
Latere conflicten tussen Suppiluliumas I (vroeger ca. 1370-1345 vC, maar thans in een 'kortere' en 'lagere' chronologie ca. 1350-1325 vC) en T. vonden plaats toen Suppuliumas I met Tawan(n)annas, de dochter van de koning van Babylon, gehuwd was en hij in Anatolië orde op zaken gesteld had. Men kan twee fasen onderscheiden, een eerste vóór en tijdens een oorlog die in de moderne literatuur als de 'eerste syrische oorlog' Kitchen) maar ook als de 'tweede syrische oorlog' Goetze) aangeduid wordt, en een tweede fase, ongeveer een decennium later, tijdens een tweede oorlog in syrisch gebied, die ditmaal vanuit hethitisch gezichtspunt behalve tegen Mitann i ook tegen Egypte gericht was, de 'tweede syrische oorlog' (Kitchen) ofwel de 'hurritische oorlog' (Goetze). Wellicht ging het rijk van Mitanni te gronde door het gemeenschappelijk optreden van Suppiluliumas I, het met hem door middel van een dynastiek huwelijk verbonden Babylon, en het Assyrië van Assur-uballit II, die op zijn beurt weer een dochter aan Burnaburias II had uitgehuwelijkt. De hethitische bronnen suggereren een verloop waarbij na een verovering van syrisch gebied ten westen van de Eufraat door Suppiluliumas I ('tweede syrische overval' (Kitchen) = 'eerste syrische oorlog' (Goetze)) T. een tegenaanval ondernam, die ook in de correspondentie van de egyptische vazallen in het Amarna-archief geattesteerd lijkt. Bij de daarop volgende 'eerste' of 'tweede syrische oorlog' stuurde Suppiluliumas I hulptroepen naar de kortgeleden verworven bondgenoot Nuhasse, die door T. in het nauw gebracht was, en trok hij zelf via Isuwa en Alse naar Wassukanni, de nog niet gelocaliseerde hoofdstad van Mitanni, dat door T. verlaten bleek te zijn. Daarna begaf Suppiluliumas I zich naar Syrië, waar hij Aleppo veroverde en talloze nieuwe bondgenoten won, waaronder Ugarit. Deze eerste fase vond waarschijnlijk tussen het 13e en 15e jaar van de regering van Amenhotep IV = Echnaton plaats.
T. werd door een van zijn zonen vermoord en de
regering blijkbaar door Artatama II en diens zoon
Suttarna III overgenomen. Suppiluliumas I schrijft
de daarop ontstane chaos aan Assyrië en Alse toe.
Sattiwaza (de naam wordt in de moderne literatuur
ook als Mattiwaza en Kurtiwaza weergegeven), een
zoon van T., vluchtte eerst naar Babylon en later
naar het hethitische hof, waar hij door Suppiluliumas
I werd opgenomen, met een dochter van de
hethitische koning huwde en nadien tijdens de tweede
fase, ten tijde van de 'tweede syrische' of 'hurritische
oorlog' (vanaf het derde of vierde jaar van
Tutanchamon ?) met hethitische steun heerser over
een vazalstaat Mitanni werd, die als bufferstaat tegen
het opkomende Assyrië fungeerde. Op twee
punten van kardinaal belang is de hethitische weergave
van het gebeuren tendentieus, c.q. diplomatiek
omzichti. Het officiële hethitische stand
punt tot omtrent het 'tweede plaaggebed' van Mursilis II (ca.
het 18e jaar van diens regering) was dat de strijd in
Syrië uitsluitend tegen T. van Mitanni en niet tegen
Egypte gericht was, en dat men dus staten als Amurru,
Ugarit en Kades aan de invloedssfeer van Mitanni
en niet aan die van Egypte onttrok, en dat het
initiatief voor het conflict tijdens de regering van
Tutanchamon dus bij Egypte zou hebben gelegen.
Dit beïnvloedt de weergave van de gebeurtenissen
in de 'Daden' in hoge mate. In de tweede plaats
moet Suppiluliumas I in de verdragen met Satüwaza
maskeren dat hij zijn loyaliteit van de door Artatama
II en Suttarna III vertegenwoordigde tak van de
dynastie van Mitanni op een zoon van zijn aartsvijand
T. heeft overgebracht.
Lit. K. A. Kitchen, Suppiluliuma and the Amarna Pharaohs (Liverpool
1962) 37-50 (vgl. de recensie van Houwink ten Cate in BiOr 20,
1963, 270-276). F. Imparati, I Hurriti (Florence 1964) 66-78. A.
Goetze, The Struggle for the Domination of Syria, 1400-1300 B.C.
(= ch. XVII in CAH³ 2, 2, 1-20). C. Kühne, Die Chronologie der
internationalen Korrespondenz von El-Amama (AOAT 17, Kevelaer/Neukirchen
1973) 17-48. G. Wilhelm, Grundzüge der Geschichte
und Kultur der Hurriter (Darmstadt 1982) 40-54.
[Houwink ten Cate]