Sextus Pompeius

muntPublius Sextus Pompeius, jongste zoon van Pompeius Magnus en van Mucia Tertia, 69-35. Na de dood van zijn vader (48) begaf hij zich via Afrika naar Spanje, waar hij na Caesars dood de strijd tegen de Caesarianen heropende.

Door Antonius aangeknoopte onderhandelingen strandden door diens nederlaag bij Mutina (43). Een vergelijk met de senaat leidde echter tot zijn benoeming tot praefectus orae maritimae. De proscripties die volgden op de totstandkoming van een nieuw triumviraat van Octavianus, Antonius en Lepidus deden velen hun heil zoeken bij P. in het Westen of bij Brutus in het Oosten. Intussen bemachtigde P. Sardinië en, na ook geproscribeerd te zijn, Sicilië. De mislukking van tegen hem ondernomen aanvallen en het feit dat Brutus' schepen zich na diens nederlaag bij Philippi (42) bij zijn vloot voegden, versterkten zijn positie. Tegenmaatregelen tegen Pompeius' piraterij, waardoor de korentoevoer werd lamgelegd, faalden door een nieuw conflict tussen Octavianus en de nu door P. gesteunde Antonius, wiens aanhangers zich na een nederlaag bij Perusia bij hem voegden. Een toenaderingspoging van Octavianus bleef zonder succes. Wel kwam er na Antonius' mislukte operatie bij Brundisium een acoord tussen deze en P. tot stand, waarna ook Octavianus en Antonius zich bij verdrag van Brundisium (40) weer verzoenden. Een persoonlijke bespreking leidde hierna tot het Pact van Misenum, waarbij P. werd erkend als heer van de zee en stadhouder van Sicilië, Sardinië en Corsica, terwijl hem bovendien Achaia, het consulaat voor 35, terugkeer naar Rome, schadeloosstelling en posten voor zijn aanhangers werden toegezegd.

Vrij verkeer ter zee werd door P. gegarandeerd. Weldra rezen er echter nieuwe moeilijkheden doordat Octavianus zich Sardinië in handen liet spelen en ook de anderen zich niet aan de afspraken hielden. Octavianus' aanval ter zee (38) had geen succes doordat Antonius zich afzijdig hield. Na verlenging van het triumviraat te Tarente liet deze P. echter geheel vallen. In 36 volgde de geconcentreerde aanval van de triumvirale troepen op Sicilië, waar op 3 september Pompeius' vloot bij Naulochus totaal werd vernietigd; ook zijn landleger werd tot overgave gedwongen. P. vluchtte naar Klein-Azië, waar hij, na aanvankelijke successen, door de troepen van Antonius gevangen werd genomen.

Zijn terechtstelling te Milete maakte een einde aan het leven van een man die zich als wreker van zijn vader beschouwde en zich daarom Pius noemde. Ofschoon hij autokratisch van aard was en Italië danig in het nauw bracht, vond hij grote aanhang. Wantrouwig tegenover aanzienlijken steunde hij vooral op gedroste slaven, zeerovers en vrijgelatenen. Groot admiraal als hij was, gaf hij zich uit voor een zoon van Neptunus.


Lit. F. Miltner (PRE 21, 2213-2250). - M. Hadas, Sextus Pompey (Diss. New York 1930). J. Schnaiter, Sextus P. (Diss. Innsbruck 1938). E. Maróti, Die Rolle der Seeräuber unter den Anhangern des Sextus P. (in H. J. Diesner e.a., Sozialökonomische Verhaltnisse im alten Orient und im klassischen Altertum, Berlin 1961, 208-216). E. Gabba, Aspetti della lotta in Spagna di Sesto Pompeo (Legio VII Gemina, León 1970, 131-155). [A. J. Janssen]


Lijst van Namen