Atlas

Atlas (Ἄτλας), naam van twee figuren uit de griekse mythologie:

atlas
Athene helpt Heracles bij het dragen van de wereldbol
en Atlas heeft de appels van de Hesperiden (metope
oostkant van de Zeustempel van Olympia 460 v.C.)
(1) Atlas, een van de Titanen, zoon van Iapetus en Oceanus' dochter Clymene, broer van Menoetius, Prometheus en Epimetheus. A. nam deel aan de strijd van de Titanen tegen Zeus, die hem als straf hiervoor opdroeg de hemel te torsen. Perseus zou hem, door hem de Medusa-kop te tonen, tot het Atlasgebergte versteend hebben.

A. was de vader van vele dochters: bij Hesperis van de Hesperiden, bij Pleïone van de Pleiaden en Hyaden; verder was hij de vader van Calypso en van Maia, de moeder van Hermes. Ten behoeve van Heracles haalde A. uit de tuin der Hesperiden drie gouden appels, terwijl intussen Heracles de hemel droeg.

De figuur van de hemeltorsende A. heeft vanaf oude tijden de beeldende kunstenaars geïnspireerd; zij komt reeds voor op een laconische schaal uit de 6e eeuw vC (thans in het Vaticaans Museum). Bekend is ook een metope van de Zeus-tempel in Olympia (ca. 470 vC) waarop A. aan Heracles de appels der Hesperiden toont.

In de architectuur heten atlanten (of telamonen) de mannelijke gestalten die balken of architraven schragen.

Lit. Hesiodus, Theogonie 517-525. Ovidius, Metamorfosen 4, 627-662. K. Wernicke (PRE 2, 2119-2133). P. E. Arias (EAA 1, 882-884). L. Curtius. Interpretationen von sechs griechischen Bildwerken (Bern 1947).


(2) Atlas, zoon van Poseidon en Clito, koning van het rijk Atlantis. A. was de oudste van tien kinderen - vijf tweelingen - aan wie Clito het leven schonk; hij en zijn nakomelingen hadden de opperheerschappij over de tien vorstendommen waarin het rijk verdeeld was. [Suys-Reitsma]


mythen