Gratianus, westromeinse keizer van 367 tot 383. Flavius G. werd geboren te Sirmium in 359 en 367 door zijn vader Valentinianus I tot Augustus verheven. Na diens dood (375) riep het leger zijn vierjarige broer Valentinianus II tot mederegent uit; deze voerde het bestuur over Italië en Africa. Onder invloed van zijn leermeester Ausonius streefde G. naar een goede verstandhouding met de senaat. Bij voorkeur resideerde hij in Trier. Ook onderhield hij innig contact met Ambrosius en bestreed als vurig aanhanger van Athanasius de Arianen (Christelijke secte). Hij bevestigde paus Damasus tegen diens mededinger Ursinus in zijn ambt en breidde de rechtsmacht van de orthodoxe bisschoppen uit. Hij was de eerste keizer die afzag van de titel pontifex maximus en vaardigde edicten uit tegen heidenen en haeretici. Het altaar van Victoria werd door hem uit de curia verwijderd. In 382 ontnam hij aan de heidense cultus de steun uit de staatskas.
Onder G. verschenen voor het eerst de Hunnen op het toneel. De Alamannen versloeg hij bij Straatsburg in 378. Nadat de oostromeinse keizer Valens in hetzelfde jaar bij Adrianopel door de Goten verslagen en gedood was, benoemde G. de Spanjaard Theodosius tot diens opvolger. Samen brachten zij de Goten tot rust, o.a. door hen ten zuiden van de Donau te vestigen; sindsdien vormden dezen een aanzienlijk bestanddeel van de romeinse legers. Vooral door bevoorrechting van de Germanen raakte G. van de romeinse troepen vervreemd. Na de landing in Gallië van de in 383 tot keizer uitgeroepen britse stadhouder Magnus Clemens Maximus werd hij bij Parijs door het merendeel van zijn troepen in de steek gelaten en op de vlucht bij Lyon gedood.
Lit. O. Seeck (PRE 7, 1831-1839). M. Floriani Squarciapino,
(EAA 3, 1005). - M. Fortina, L'imperatore Graziano (Turijn
1953-55). H. Glaesener, L'empereur Gratien et St-Ambroise
(RHE 3, 1957, 466-488). J. Sheridan, The Altar of Victory,
Paganism's Last Battle (Antiquité classique 35, 1966, 186
206). [A. J. Janssen]