Apollonia (Ἀπολλωνία), naam van vele griekse steden. De belangrijkste zijn:
(1) Apollonia Pontica, kolonie van
Milete aan de westkust
van de Zwarte Zee, ca. 200 km ten noordwesten van
Byzantium; thans Sozopol in Bulgarije.
Gesticht ca. 600 vC, bereikte A. zijn
bloei in de 5e en 4e eeuw; daarna werd het overvleugeld
door het naburige Mesembria; in de latere
keizertijd werd de naam A. in Sozopolis veranderd.
Bij opgravingen (1904) zijn op een van de eilandjes
voor de kust vondsten gedaan die erop wijzen dat
zich daar de Apollo-tempel bevond, met het kolossale,
30 el hoge Apollo-beeld van
Calamis, dat ca.
70 vC door Marcus Lucullus naar Rome werd overgebracht. Op de Peutinger kaart (foto rechts) staat A. bovenaan in het midden.
Lit. D. Adamesteanu (EAA 1, 480).
(2) Apollonia in het zuiden van
Illyrië,
een tiental kilometers
ten noordoosten van de monding van de Aous;
thans het dorpje Poian in Albanië. A.
werd in 588 vC door Periander van
Corinthe met behulp
van Corcyra gesticht en kwam,
dank zij zijn gunstige ligging, spoedig tot bloei. In
de 3e eeuw vC was het een twistappel tussen
Macedonië
en Epirus. Vanaf 260 vond de stad steun bij
de Romeinen, die haar in 229 tijdens de illyrische
oorlog definitief bezetten. In de volgende eeuw werd
A. de basis van de romeinse operaties tegen Griekenland;
sinds 146 vC was het een der beginpunten
van de beroemde via Egnatia. In A. verbleef
Octavianus
toen de dood van Caesar
(44 vC) hem naar
Rome riep. De italiaanse opgravingen van 1940 en
1941 hebben resten van vele openbare gebouwen
(theater, odeon, gymnasium enz.) en talrijke kunstwerken
aan het licht gebracht, die ons een indruk
geven van de omvang en de betekenis van A. De
stadsmuur had een totale lengte van 4 km. In de
griekse necropool zijn graven vanaf de 6e eeuw vC
gevonden. De romp van een kopie van de 'rustende
sater' van Praxiteles (Louvre), het hoofd van een
kopie van de Ares Ludovisi (Wenen, Kunsthistorisches
Museum) en het hoofd van een kopie van de
Meleager van Scopas (Tirana) zijn uit A. afkomstig. Hierboven een foto van het odeion.
Lit. G. Hirschfeld (PRE 2, 111-113). P. C. Sestieri (EAA 1,
480-482). - L. Rey (Rivista d'Albania 1-6, 1940-1946).
(3) Apollonia Mygdonia,
macedonische stad ten zuiden van
het Bolbe-meer, ca. 40 km ten zuidwesten van
Amphipolis; thans Pollina. A.
werd door Paulus
bezocht op zijn tweede missiereis (Hand 17,1).
(4) Apollonia in Cyrenaica,
havenstad van Cyrene;
thans Marsa Susa. Als stad
beleefde A. zijn grootste bloei in de late keizertijd,
toen het zelfs Cyrene overvleugelde en onder
Diocletianus
de hoofdstad van Libya superior werd. De
ruïnes, die zich over een lengte van 800 m langs de
zee uitstrekken, zijn onlangs door een franse expeditie
nader onderzocht. Het meest opvallende monument
is een oudchristelijke basiliek uit de 5e of 6e
eeuw nC, die op oudere gebouwen is opgetrokken.
Lit. P. Romanelli (EAA 1, 482v). - P. Montet, Une campagne de fouilles à Apollonia (Comptes Rendus de l'Acad. des Inscr. 1954, 259-267; 1955, 327vv). R. Goodchild, Cyrene and A. An historical guide (Tripoli 1959, ²1963). [Nuchelmans]