Naxus (Νάξος), grieks toponiem.
(1) Naxus, het grootste eiland van de
Cycladen, ook
thans nog N. geheten. De grootste
lengte van N. bedraagt 33, de grootste breedte 24
km, de oppervlakte ca. 420 km², het hoogste punt
is 1003 m. Het vruchtbare eiland met zijn milde
klimaat was beroemd om zijn wijn en om zijn
marmer; het was reeds in het 3e millennium vC dicht
bevolkt. In de historische periode woonden er
Ioniërs. De gelijknamige hoofdstad lag en ligt op
de westkust.
Zijn grote bloei beleefde N. in de archaïsche tijd. In 735 vC namen Naxiërs deel aan de stichting van de gelijknamige kolonie Naxus op Sicilië. Een roerige maar voorspoedige tijd was die van de tiran Lygdamis, die bevriend was met Pisistratus van Athene en Polycrates van Samos, maar in 524 vC door de Spartanen verdreven werd. In 490 vC verwoestten de Perzen het eiland en verkochten het grootste deel van de bevolking als slaven. Na de perzische nederlaag van 480 werd N. lid van de attische zeebond, maar al in 466 viel het af, waarna het attische cleruchen opnemen moest. Sindsdien speelde het in de geschiedenis geen rol van betekenis meer.
De hoofdgod van het eiland was
Dionysus; deze
zou er de door
Theseus achtergelaten
Ariadne
aangetroffen hebben. Op een klein eilandje voor
de haven van het stadje N. bevinden zich imposante
resten van een onvoltooide tempel uit de 6e eeuw
vC (foto rechtsboven). [Nuchelmans]
Ten zuidoosten van de hoofdstad Naxus ligt tussen Sagkri en Ano Sagkri een onlangs (2008) gedeeltelijk gerestaureerde tempel van Demeter, die gebouwd was in de 6e vC (foto rechts).
Lit. Inscripties in IG 12, 5 (Inscriptiones Cycladum ed. F. Hiller von Gaertringen, 1903-1909) nrs. 35-104. - R. Herbst (PRE 16, 2079-2095). G. Colonna (EAA 5, 354v). Kirsten/ Kraiker 510-514.
(2) Naxus, ionische stad op de oostkust van Sicilië, gelegen ruim 80 km ten noorden van Syracuse, 2 km ten noorden van de monding van de Acesines op de thans Capo Schiso geheten kaap.
N. was de
oudste griekse kolonie op Sicilië; ze werd op de
plaats van een inheemse nederzetting gesticht ca.
735 vC - volgens anderen in 757 - door kolonisten
uit de euboeïsche stad Chalcis en van het eiland
Naxus, onder leiding van Theocles. Deze stichtte
kort daarna ook Leontini en
Catana. In 476 vC
bracht de syracusaanse tiran
Hiëro I de bevolking
van de stad over naar het eveneens door hem
veroverde Leontini, maar na diens dood kon ze
weer terugkeren. Tijdens de atheense expeditie tegen
Syracuse (415-413) streden de Naxiërs aan de zijde
van de Atheners. Daarvoor werden ze in 403 door
Dionysius I
van Syracuse zwaar gestraft: de stad
werd gesloopt, de bewoners werden tot slaven
gemaakt. De in 358 vC enkele kilometers noordwaarts
gestichte stad Tauromenium gold als de
erfgename van N.
Opgravingen hebben sinds 1953 grote delen van de
stadsmuren en veel aardewerk aan het licht gebracht.
Bijzonder fraai zijn de gevonden munten,
waarop gewoonlijk de god Dionysus is afgebeeld.
Lit. K. Ziegler (PRE 16, 2064-2079). G. Gentili (EAA 5, 383v). - H. Cahn, Die Münzen der sizilischen Stadt Naxos (Diss. Basel 1944). [Nuchelmans]