Asinius, naam van een romeinse plebejische gens, die uit Teate Marrucinorum (het huidige Chieti) stamde en sinds de 1e eeuw vC in Rome op de voorgrond trad. De twee bekendste Asinii zijn:
(1) Gaius Asinius Pollio (76 vC-5 nC), staatsman en literator. Tijdens de burgeroorlogen streed hij eerst aan Caesars, sinds 43 vC aan Antonius' zijde. In 49 trok hij als tribunus militum of legatus met Caesar over de Rubico, in 47 was hij tribunus plebis, 46-45 legatus in Africa en Hispania, in 45 praetor, 44-43 proconsul(?) in Hispania ulterior. Hier werd hij door Sextus Pompeius verslagen, maar hij ontkwam naar Gallië, waar hij zich bij Antonius aansloot. In 40 bekleedde A. samen met Gnaeus Domitius Calvinus het consulaat, in 39 was hij proconsul van Macedonia. Als zodanig hield hij op 25 oktober 39 een triomftocht wegens zijn overwinning op de illyrische Parthini. Kort daarop trok A. zich uit het politieke leven terug; hij wijdde zich voortaan geheel aan de literatuur en de kunst.
In zijn jeugd behoorde A. tot de kring van Catullus en later was hij bevriend met Horatius en Vergilius, die zijn bekende vierde ecloge aan hem opdroeg. De werken van A., waarvan vrijwel niets over is, omvatten redevoeringen, een geschiedenis van de burgeroorlog in 17 boeken, treurspelen, minnedichten en grammaticale verhandelingen. Hij stichtte in Rome de eerste openbare bibliotheek (in de tempel van Libertas), bezat een beroemde kunstcollectie, waarvan o.a. de Farnesische stier deel uitmaakte, en was de eerste die in een kleine kring van genodigden uit eigen onuitgegeven werk voordroeg.
Lit. Uitgave der fragmenten: H. Peter, Historicorum Romanorum Reliquiae 2 (Leipzig 1906). H. Funaioli, Grammaticae Romanae Fragmenta (Leipzig 1907). - J. André, La vie et l'oeuvre d'Asinius Pollion (Paris 1949).
(2) Gaius Asinius Gallus, bijgenaamd Saloninus, zoon van Asinius Pollio, consul in 8 vC en twee jaar later proconsul van Asia. Volgens Tacitus (Annales 1, 13) achtte Augustus hem ambitieus genoeg om naar diens opvolging te streven. Toen de jonge Tiberius in 12 vC door Augustus uit dynastieke overwegingen gedwongen was zich van Agrippina te laten scheiden om 's keizers dochter Julia te huwen, trouwde A. met Agrippina. Het is waarschijnlijk dat hij onder meer hierom met Tiberius, die zeer aan Agrippina gehecht was, gebrouilleerd raakte. Toen Tiberius keizer geworden was, gedroeg A. zich in de senaat zeer vrijmoedig tegenover de vorst. In 30 nC werd hij, waarschijnlijk als medeplichtige van Seianus, gearresteerd; drie jaar later stierf hij in de gevangenis. Uit het huwelijk van A. en Agrippina werden minstens vijf zonen geboren. Een portret van A. komt voor op munten van Temnus, die geslagen werden tijdens zijn proconsulaat in Asia.
Lit. P. von Rohden (PRE 2, 1585-1587). [Nuchelmans]