Tibur

kaartTibur, oude latijnse stad gelegen ca. 30 km ten oosten van Rome op de plaats waar de Anio de sabijnse bergen verlaat, thans Tivoli geheten. Graven uit de oudste ijzertijd en sporen van hutten uit de 7e eeuw vC wijzen op vroege bewoning. De sagen noemen als stichters Aborigines, Arcadiërs, Amphiaraüs' zoon Tiburnus of zijn kleinzonen Tiburtus, Coras en Catillus; deze laatste drie zouden er de Sicaniërs hebben verdreven en de plaats naar de oudste van hen T. hebben genoemd. De stad wordt ook wel als kolonie van Alba Longa vermeld.

T., dat bekendheid genoot om zijn fraaie ligging, zijn overdaad aan fruit, zijn travertijngroeven en zijn aardewerk, stichtte in de 6e eeuw vC samen met andere steden de oudere latijnse bond (Latijnen) en heerste over verscheidene plaatsen. Nadat het in 380 vC tot aansluiting bij Rome gedwongen was door Camillus, kwam het herhaaldelijk in verzet tegen de Romeinen, die in 360, 354 en na de latijnse opstand in 338 vC over T. triomfeerden.

Ofschoon de bond toen tot een sacrale gemeenschap gedegradeerd werd en T. zijn gebied verloor, bleef zijn zelfstandigheid na een nieuw verbond met Rome toch bewaard en tot in de 2e eeuw vC erkend. In 90 vC werd de stad krachtens de lex Iulia tot een romeins municipium binnen de tribus Camilia. Al vroeg diende zij ook als romeins verbanningsoord, waar o.a. Syphax en later Zenobia geïnterneerd werden.

Nog tijdens de republiek werd T. een modieuze villastad, waar Marius, Sallustius, Cassius, Catullus, Horatius, Maecenas, Quinctilius Varus en Traianus luxueuze buitenverblijven hadden. Het beroemdst is echter het uitgestrekte landgoed van keizer Hadrianus (117-138), die hier van 125 tot 135 nC monumenten als de Canopus en het Serapeum van Alexandrië, de Stoa Poikile, het Lyceum en de Academie van Athene, die hem op zijn reizen het meest geïmponeerd hadden, liet copiëren en zich in 136 definitief hier terugtrok. Van deze Villa Hadriana zijn nog indrukwekkende resten over en is een ander deel gereconstrueerd.

ronde en rechthoekige tempelIn T., waar Iuvenalis een boerderij had en Propertius' Cynthia verbleef, waren talrijke erediensten gevestigd: Hercules (Victor, Subsaxanus), Vesta, Albunea, Faunus Fatidicus, Iuppiter Praestes, Iuno Curitis, Tiburnus en Fortuna Praestes hadden er hun heiligdom, dat al dan niet voorzien was van een orakel. Aan welke godheid de nog bestaande ronde z.g. Vesta-tempel en de aangrenzende rechthoekige psuedo-peripteros (z.g. van de Sibylle), beide uit de republikeinse periode, toegewijd waren, is niet duidelijk. Andere resten zijn bewaard gebleven van de stadsmuur, een basilica, een porticus en een amfitheater. In de 6e eeuw nC werd de stad verwoest, maar in 547 herbouwd.


Lit. S. Weinstock (PRE 6A. 816-841). B. Conticello (EAA 7. 887-892). - E. Bourne. A Study of T. (Baltimore 191h). G. Cascioli. Bibliografia tiburtina (Tivoli 1923). R. Paribeni, La villa dell'imperatore Adriano a Tivoli (Milaan 1930). J. Mancini, Inscriptiones Italiae I. 1. Tibur (Rome 1936). Id. Inscriptiones Italiae 4. 1. Tibur (ib. 1952). C. Carducci. T. (ib. 1940). H. Kahler. Hadrian und seine Villa bei Tivoli (Berlin 1950). G. Mancini. Villa Adriana e Villa d'Este (Rome 1958). R. Vighi. Villa Hadriana (ib. 1959). S. Aurigemma, Villa Adriana (ib. 1961). Id. Die Hadriansvilla bei Tivoli (Tivoli 1963). C. Giuliani. Forma Italiae. Tibur II (Rome 1966). T. Ashby/J. B. Ward Perkins, The Roman Campagna in Classical Times (London 1970) 93-122. L. dal Maso/R. Vighi, Tivoli. Hadrian's Villa Subiaco. Aniene Valley (Florence 1976). F. Corelli, Lazio (Rome/Bari 1982) 35-122. [A.J. Janssen]


Kaart