Epische cyclus

Epische cyclus (ἐπικὸς κύκλος), reeds in de oudheid gebruikelijke verzamelnaam voor een aantal bij elkaar aansluitende griekse epen die, ontstaan tussen ca. 800 en ca. 550 vC, de gebeurtenissen vóór en na die van de Ilias verhaalden; volgens een ruimere bepaling, eveneens uit de oudheid, behoorden die epen ertoe die vertelden wat gebeurd was tussen de vereniging van Uranus en Gaia en de dood van Odysseus. Van de cyclische epen (κυκλικὰ ἔπη), waartoe men gewoonlijk niet Ilias en Odyssee rekent en evenmin de werken van Hesiodus, zijn slechts enkele fragmenten, van sommige alleen de titels bewaard gebleven; over inhoud, auteurs, tijd van ontstaan en kwaliteit weten we uiterst weinig. Vast staat dat ze het hoge niveau van Homerus' kunst niet bereikten; hieraan moet zeker voor een deel worden toegeschreven dat ze reeds in de eerste eeuwen nC in vergetelheid of verloren geraakt zijn.

Het best zijn we ingelicht over de cyclische epen van de trojaanse sagenkring, vooral dank zij de inhoudsopgaven in de Chrestomathie van Proclus zoals we die in de Bibliotheca van Photius en in enkele Ilias-handschriften vinden.

De cyclische epen onderscheiden zich van Ilias en Odyssee, behalve in dichterlijke kwaliteit, door hun betrekkelÜk geringe omvang en ruwere smaak. Van bijzonder belang zijn ze geweest als bron voor de grielrse lyrische en dramatische dichters.
De voornaamste heldendichten die onder het begrip e.c. in de ruimste zin vielen, schijnen de volgende te zijn geweest.

(I) Trojaanse sagenkring:
1. Κύπρια, elf boeken over de gebeurtenissen die aan de Ilias voorafgingen vanaf het Paris-oordeel en de schaking van Helena (toegeschreven aan Stasinus, Hegesias of Hegesinus);
2. Αἰθιοπίς, vijf boeken voortzetting van de Ilias over de laatste heldendaden en de dood van Achilles (toegeschreven aan Arctinus van Milete);
3. Μικρὰ Ἰλιάς (Kleine Ilias), vier boeken vervolg van de Aethiopis tot en met de bouw van het houten paard (toegeschreven aan Lesches of Cinaethon);
4. Ἰλίου πέρσις (De verwoesting van Troje), twee boeken over de verovering van Troje door de Grieken (toegeschreven aan Arctinus van Milete);
5. Νόστοι (De terugreizen), vijf boeken over de lotgevallen die Menelaüs, de kleine Aiax en Agamemnon beleefden tijdens de terugreis naar Griekenland en bij hun thuiskomst (toegeschreven aan Homerus of Hagias van Troezen);
6. Τελεγονία, een voortzetting van de Odyssee over Telegonus, een zoon van Odysseus en Circe, Telegonus' huwelijk met Penelope en dat van Telemachus met Circe (toegeschreven aan Eugam(m)on van Cyrene).

(II) Thebaanse sagenkring:
1. Οἰδιπόδεια, 6600 verzen over de geschiedenis van Oedipus (toegeschreven aan Cinaethon);
2. Θηβαίς, 7000 verzen over de tocht van de Zeven tegen Thebe (toegeschreven aan Homerus);
3. Ἐπίγονοι, 7000 verzen over de verovering van Thebe door de Epigonen (toegeschreven aan Homerus of Antimachus van Teos).

(III) Sagenkring rond Heracles:
1. Οἰχαλίας ἅλωσις (De verovering van Oechalia; toegeschreven aan Homerus of Creophylus);
2. Ἀλκμαιωνίς, over leven en heldendaden van Alcmaeon.

(IV) Over andere sagen:
1. Αἰγιμιος; zie Aegimius; toegeschreven aan Hesiodus of Cecrops);
2. Ἀργοναυτικά, over de tocht der Argonauten;
3. Κορινθιακά, over de oudste geschiedenis van Corinthe (toegeschreven aan Eumelus van Corinthe);
4. Ναυπακτικά, over de oudste geschiedenis van Naupactus (toegeschreven aan Carcinus van Naupactus).


Lit. Uitgaven der fragmenten e.d.: G. Kinkel, Epicorum Graecorum Fragmenta (Leipzig 1877). T. Allen, Homeri opera 5 (Oxford 1912, ²1946) 93-147. E. Bethe, Homer 2² (Leipzig 1929) 149-293. - A. Rzach (PRE 11, 2347-2435). -A. Severyns, Le cycle épique dans l'école d'Aristarque (Liége/Paris 1928).
Id., Recherches sur la Chrestomathie de Proclos 3-4. La Vita Homeri et les sommaires du cycle (ib. 1953-1963; met nieuwe uitgave van Proclus' inhoudsopgaven). [Nuchelmans]



Lijst van Auteurs