Pontus Euxinus (Πόντος Εὔξεινος), griekse, door de
Romeinen overgenomen, naam van de Zwarte Zee.
De kwalificatie εὔξεινος, 'gastvrij', is een
eufemistische omvorming van de oorspronkelijke
iraans-scythische naam Aksaena, 'De donkere, zwarte',
waarin de Grieken het omineuze woord Εὔξεινος,
'ongastvrij', hoorden. De uitgestrekte binnenzee,
waarvan de grootste lengte ca. 980, de grootste
breedte, van noord naar zuid, ca. 530 km bedraagt,
was in de oudheid omgeven door de landstreken
Bithynië,
Paphlagonië,
Pontus, Colchis, de
taurische Chersonesus,
het land van de Scythen en
Thracië. Met de
Aegeïsche Zee is zij verbonden
door de thracische Bosporus, de Zee van
Marmara (Propontis) en de Dardanellen
(Hellespont). De grootste diepte is ca. 2200 m.
In de voorstelling van de Grieken was de P.E. een
diepe en koude zee met veel stormen, die door de
afwezigheid van eilanden en door de grillige
stromingen voor de scheepvaart veel gevaren opleverde.
Niettemin waagden de Grieken zich reeds vroeg in
het le millennium vC op de ongastvrije wateren,
waarvan de vruchtbare kusten (graan, vee, vlas,
hout enz.) en de visrijkdom van de rivieren die erin
uitmonden - Donau (Danuvius), Boeg, Dnjepr
(Borysthenes),
Don (Tanais) - een grote
aantrekkingskracht uitoefenden en van de 7e tot de 3e
eeuw vC een wezenlijke factor vormden in de
economie en handel van de griekse wereld. Vanaf de
7e eeuw vC ontstonden op de kusten van de P.E.,
vooral door toedoen van Milete
en Megara,
tientallen griekse kolonies, o.a.
Heraclea Pontica,
Sinope, Amisus,
Trapezus,
Phasis,
Panticapaeum,
Olbia, Histria
en Apollonia Pontica.
Een weerslag van de eerste griekse ontdekkingstochten
op de P.E. is te vinden in de
Argonautensage.
Lit. Herodotus 4, 85v. Scylax, Periplus 67-92. Arrianus, Periplus. - C. Danoff (PRE Suppl. 9, 1962, 866-1175). [Nuchelmans]