Rutilius


munt
Zilveren denarius van L. Rutilius Flaccus (75 vC): FLAC achter het hoofd van Roma;
keerzijde: Victoria op een tweespan

Rutilius, naam van een romeinse plebejische gens. De voornaamste Rutilii zijn:

(1) Publius Rutilius Rufus, consul 105 vC, verwierf faam als militair, jurist en redenaar. Hij diende onder Scipio Aemilianus bij Numantia (133 vC) en was bevriend met Laelius, Lucilius, Sulpicius Galba en Q. Mucius Scaevola. Panaetius onderrichtte hem in de leer van de stoa.

Van 109 tot 107 vC was R. legaat van Caecilius Metellus Numidicus, die hij als bevelhebber verving toen deze weigerde Marius te ontmoeten. Na de nederlaag van zijn collega Quintus Servilius Caepio bij Arausio bracht hij in Gallië een leger op de been, dat Marius later tegen de Cimbri commandeerde.

Voor diens legerhervormingen zou R. mede verantwoordelijk zijn. In 100 vC speelde hij een rol in het verzet tegen Saturninus.

Als legaat van Quintus Mucius Scaevola in Asia (94 vC) droeg R. aanzienlijk bij tot een correct bestuur van die provincie. Zijn conflict hierover met de equitoriale belastingpachters leidde tot een veroordeling de repetundis door een partijdige jury.

Hierop ging hij vrijwillig in ballingschap, eerst naar Lesbus, vervolgens naar Smyrna, waar hij in 78 vC Cicero ontmoette. In die tijd wijdde hij zich aan de geschiedschrijving; hij schreef, in het grieks, een geschiedenis van Rome en een autobiografie, die door lateren zeer werd gewaardeerd. Zijn redekunst gold als typisch stoïsch om haar zakelijkheid en logica, hijzelf als een man die de griekse cultuur combineerde met de oudromeinse deugden.


Lit. Fragmenten: H. Peter, Historicorum Romanorum reliquiae 12 (Leipzig 1914) CCLIV-CCLXI en 187-190. H. Malcovati, Oratorum Romanorum fragmenta 13 (Turijn 1966) 168-171. - F. Münzer (PRE 1A, 1269-1280). H. Bardon, La littérature latine inconnue 1 (Paris 1952) 110-113 [A. J. Janssen]


(2) Publius Rutilius Lupus, retor uit de 1e eeuw nC en auteur van een latijnse bewerking van een leerboek van de griekse retoricaleraar Gorgias van Athene uit de 1e eieuw vC. De voor ca. de helft bewaarde bewerking van R. draagt als titel De figuris sententiarum et elocutionis (Gedachten- en woordfiguren). Het werk is o.a. benut door de anonieme auteur van het z.g. Carmen de figuris uit de 5e eeuw nC. R. wordt enige malen genoemd door Quintilianus.


Lit. Uitgaven: C. Halm, Rhetores Latini Minores (Leipzig 1863 = Frankfurt a.M. 1964) 3-21. G. Barabino, P. Rutilii Lupi Schemata dianoeas et lexeos (Genua 1967; met inleiding, itallaanse vertaling en commentaar). E. Brooks, P. Rutilii Lupi De figuris sententiarum et elocutionis (Mnemosyne, Suppl. 11, Leiden 1970; met inleiding en commentaar). [Brouwers]


(3) Quintus Rutilius Gallicus (ca. 26-90 nC). Na een militaire loopbaan in de legio XIII Gemina en de legio XV Apollinaris was hij praetor en legaat van de provincie Galatia. Nadat hij in 71 of 72 consul suffectus was geweest, verbleef hij in 73 en 74 als legatus Augusti pro praetore met speciale opdrachten van keizer Vespasianus in Africa. Als stadhouder van Germania inferior versloeg R. in 78 de Bructeri en nam de germaanse priesteres Veleda gevangen. Onder Domitianus was R. tenslotte praefectus praetorio (84-89) en voor de tweede maal consul suffectus (87?). De dichter Statius wenst in een bewaard gebleven gedicht (Silvae 1, 4) R. geluk met het herstel van een ziekte.


Lit. E. Groag (PRE 1A, 1255-1263). [Nuchelmans]


(4) Rutilius Claudius Namatianus zie Namatianus.


Lijst van Namen