(1) Publius Rutilius Rufus, consul 105 vC, verwierf faam als militair, jurist en redenaar. Hij diende onder Scipio Aemilianus bij Numantia (133 vC) en was bevriend met Laelius, Lucilius, Sulpicius Galba en Q. Mucius Scaevola. Panaetius onderrichtte hem in de leer van de stoa.
Van 109 tot 107 vC was R. legaat van Caecilius Metellus Numidicus, die hij als bevelhebber verving toen deze weigerde Marius te ontmoeten. Na de nederlaag van zijn collega Quintus Servilius Caepio bij Arausio bracht hij in Gallië een leger op de been, dat Marius later tegen de Cimbri commandeerde.
Voor diens legerhervormingen zou R. mede verantwoordelijk zijn. In 100 vC speelde hij een rol in het verzet tegen Saturninus.
Als legaat van Quintus Mucius Scaevola in Asia (94 vC) droeg R. aanzienlijk bij tot een correct bestuur van die provincie. Zijn conflict hierover met de equitoriale belastingpachters leidde tot een veroordeling de repetundis door een partijdige jury.
Hierop ging hij vrijwillig in ballingschap, eerst naar
Lesbus, vervolgens naar Smyrna, waar hij in 78 vC
Cicero ontmoette. In die tijd wijdde hij zich aan de
geschiedschrijving; hij schreef, in het grieks, een
geschiedenis van Rome en een autobiografie, die
door lateren zeer werd gewaardeerd. Zijn redekunst
gold als typisch stoïsch om haar zakelijkheid en
logica, hijzelf als een man die de griekse cultuur
combineerde met de oudromeinse deugden.
Lit. Fragmenten: H. Peter, Historicorum Romanorum reliquiae
12 (Leipzig 1914) CCLIV-CCLXI en 187-190. H. Malcovati,
Oratorum Romanorum fragmenta 13 (Turijn 1966) 168-171.
- F. Münzer (PRE 1A, 1269-1280). H. Bardon, La littérature
latine inconnue 1 (Paris 1952) 110-113 [A. J. Janssen]
(2) Publius Rutilius Lupus,
retor uit de 1e eeuw nC en
auteur van een latijnse bewerking van een leerboek
van de griekse retoricaleraar
Gorgias van
Athene uit de 1e eieuw vC. De voor ca. de helft bewaarde
bewerking van R. draagt als titel De figuris
sententiarum et elocutionis (Gedachten- en woordfiguren).
Het werk is o.a. benut door de anonieme
auteur van het z.g. Carmen de figuris uit de 5e
eeuw nC. R. wordt enige malen genoemd door
Quintilianus.
Lit. Uitgaven: C. Halm, Rhetores Latini Minores (Leipzig
1863 = Frankfurt a.M. 1964) 3-21. G. Barabino, P. Rutilii
Lupi Schemata dianoeas et lexeos (Genua 1967; met inleiding,
itallaanse vertaling en commentaar). E. Brooks, P. Rutilii
Lupi De figuris sententiarum et elocutionis (Mnemosyne,
Suppl. 11, Leiden 1970; met inleiding en commentaar).
[Brouwers]
(3) Quintus Rutilius Gallicus
(ca. 26-90 nC). Na een militaire loopbaan in de legio XIII Gemina en de
legio XV Apollinaris was hij
praetor en
legaat van
de provincie Galatia. Nadat hij in 71 of 72
consul
suffectus was geweest, verbleef hij in 73 en 74 als
legatus Augusti pro praetore
met speciale opdrachten
van keizer Vespasianus
in Africa. Als stadhouder
van Germania inferior versloeg R. in 78 de
Bructeri
en nam de germaanse priesteres
Veleda gevangen. Onder
Domitianus was R. tenslotte
praefectus praetorio (84-89) en voor de tweede
maal consul suffectus (87?). De dichter
Statius
wenst in een bewaard gebleven gedicht (Silvae 1, 4)
R. geluk met het herstel van een ziekte.
Lit. E. Groag (PRE 1A, 1255-1263). [Nuchelmans]
(4) Rutilius Claudius Namatianus zie Namatianus.