Pomponius, naam van een romeinse plebejische gens, waarvan sinds het begin van de 4e eeuw vC leden bekend zijn. De voornaamste Pomponii waren:
(1) Lucius Pomponius Bononiensis,
romeinse auteur van Atellanae
uit de eerste helft van de 1e eeuw vC, die
tezamen met zijn jongere tijdgenoot Novius dit
genre op literair niveau bracht. P. was volgens
Hieronymus' Chronicon in 89 vC een beroemdheid;
Velleius Paterculus
(Historia Romana 2, 9, 5) beschouwt
hem als de uitvinder van het genre. Van
zijn werk zijn ca. 200 verzen bewaard, alsmede 70
titels van stukken. Aan de orde komen daarin de
vaste themata van het genre; er treden voorts
stereotiepe figuren in op als Maccus (Domkop) en
Pappus (Sukkel). Daarop wijzen titels zoals Maccus
miles (Maccus als soldaat), Duo Macci (De beide
Macci), Maccus virgo (Maccus als jong meisje),
Pappus agricola (Pappus als landarbeider) en Pappus
praeteritus (De geruïneerde Pappus). Op bespotting
van de behandeling van traditionele mythologische
thema's in de officiële literatuur wijst een
titel als Agamemnon suppositus (De ondergeschoven
Agamemnon). Ook politieke satire ontbreekt
niet. Kenmerkend voor de stukken van P. zijn de
ruwe toon en het uitgesproken volkse karakter. Zijn
taalgebruik is vaak origineel.
Lit. Uitgave van de fragmenten in O. Ribbeck, Comicorum
Romanorum Fragmenta² (Leipzig 1873 = Hildesheim 1962;
1898) en P. Frassinetti, Le Atellane. Atellanae Fabulae
(Rome 1967). - A. Kurfess (PRE 21, 2354-2356). GRL 1, 249.
252. - H. Bardon, La littérature latine inconnue 1 (Paris 1952)
163-165.
(3) Pomponius Mela, afkomstig uit het spaanse Tingentera (nabij Gibraltar), schreef ten tijde van keizer Claudius een aardrijkskundig werk in drie boeken, met de titel De chorographia. In het geschrift, dat het karakter heeft van een beknopt overzicht, komen achtereenvolgens o.a. aan de orde: de positie van de aarde binnen het heelal, een afbakening van het bewoonde gedeelte van de aarde, de indeling in verschillende gebieden, een globaal overzicht van de voornaamste zeeën en de continenten Azië, Europa en Afrika. Na dit algemene gedeelte wordt de rest van boek 1 gevuld met een beschrijving van de kust van Noord-Afrika, West-Azië en het gebied rondom de Pontus Euxinus. In boek 2 volgt een uitvoeriger beschrijving van het hele Middellandse-Zeegebied, inclusief de eilanden en wederom uitgaande van de aan de zee gelegen gedeelten van de betrokken landen. In boek 3 komen op dezelfde wijze aan de orde de kusten van de Atlantische Oceaan (West-Spanje, West-Gallië en in aansluiting hierop de volkeren van Noord- en Oost-Europa), van de Kaspische Zee, de Rode Zee en de Perzische Golf, waarna de beschrijving via het zuiden van Libië wederom uitkomt bij de Atlantische Oceaan.
Het uitgangspunt van het werk is hetzelfde als bij een periplus (rondvaart langs de kusten), als gevolg waarvan het binnenland (van Europa en Azië) nauwelijks aandacht krijgt. Vanwege het overzichtskarakter ontbreken voorts over het algemeen detailbeschrijvingen; ook worden geen exacte afstanden genoemd. De compositie is overigens zeer doorzichtig, de stijl getuigt van retorische vorming. De auteur doet zijn best om de op zich soms dorre stof (opsommigen van namen e.d.) leesbaar te maken door in zijn relaas beschrijvingen in te lassen van de zeden en gewoonten van de betreffende landen.
Voor zijn kennis heeft hij waarschijnlijk geput uit
Eudoxus,
Hipparchus,
Hanno en
Nepos. Het feit dat door het benutten van goede
bronnen de auteur belangrijke notities van oudere
geografen heeft bewaard, maakt mede het belang
van dit werk uit. Voorts is de betekenis vooral
hierin gelegen dat het de oudste volledig bewaarde
beschrijving van de antieke wereld is die wij
bezitten.
Lit. Uitgaven: G. Parthey, Pomponii Melae de Chorographia
libri tres (Berlin 1867 = 1969). C. Frick, Pomponii Melae
de Chorographia libri tres (Leipzig 1880 = 1935 = Stuttgart
1968). G. Ranstrand, Pomponii Melae de chorographia libri
tres ma cum indice verborum (Studia Graeca et Latina
Gothoburgensia 28, Göteborg 1971). Met duitse vertaling en
commentaar: H. Philipp, P. M. Geographie des Erdkreises
(Leipzig 1912). - F. Gisinger (PRE 21, 2360-2411). GRL 2,
654-656. - G. Ranstrand, Textkritische Beiträge zu P. M.
(Studia Graeca et Latina Gothoburgensia 29, Göteborg 1971).
(4) Publius Pomponius Secundus,
politicus en auteur uit de
1e eeuw nC. In 44 nC was P. consul suffectus en
in 50 nC behaalde hij als stadhouder van Germania
superior een overwinning op de
Chatti. Hij was bevriend
met Plinius maior, die volgens zijn neef
Plinius minor een
biografie over hem schreef. Behalve
politicus was P. ook schrijver, in het bijzonder
van tragedies; volgens Quintilianus
was hij zelfs de
belangrijkste tragedieschrijver in zijn tijd. Van zijn
stukken, die bestemd waren voor opvoering, zijn
slechts enkele woorden over van een Aeneas, een
fabula praetexta; soms wordt ook een stuk met
de titel Atreus aan hem toegeschreven.
Lit. O. Ribbeck, Tragicorum Romanorum Fragmenta² (Leipzig
1871 = Hildesheim 1962) 231v. 286. A. Klotz, Scaenicorum
Romanorum fragmenta 1 (München 1953) 368. - R.
Hanslik (PRE 21, 2356-2360). GRL 2, 475-477. H. Bardon,
La littérature latine inconnue 2 (Paris 1956) 129-132.
Pomponio (Labeo 11, 1955, 7-35).
[Brouwers]
(5) Pomponius: zie
Porphyrio
(6) Sextus Pomponius,
romeinse jurist uit de 2e eeuw nC. P.,
die vermoedelijk geen openbare ambten bekleedde
noch het ius respondendi, de bevoegdheid om als
zodanig erkende juridische adviezen te geven bezat,
was een zeer vruchtbaar auteur. Van zijn talrijke
werken is in de Digesta
(1, 2, 2) een lang fragment
van een Liber singularis Enchiridii bewaard
gebleven, hetwelk de oorsprong van het recht, de
magistraten en de voornaamste rechtsgeleerden bespreekt;
deze schets is, ondanks de verminkte vorm
waarin zij is overgeleverd, van grote waarde voor
onze kennis van de oudste romeinse rechtsgeschiedenis.
Voorts schreef P. o.a. commentaren op
Sabinus' Libri
tres iuris civilis (Ad Sabinum, 36
boeken) en op het werk van
Publius Mucius
Scaevola, de grondlegger van het ius civile (Ad
Quintum Mucium, 39 boeken), monografieën over
de fideicommissa,
de stipulationes (contracten)
en de senatusconsulta, alsmede - op last van keizer
Hadrianus -
een omvangrijk commentaar (150 boeken?)
op diens - Edictum- Het grote gezag dat P.
ook bij het nageslacht genoot, blijkt onder meer
uit de vele malen dnt hij geciteerd wordt in de
Digesta
van Justinianus'
Corpus iuris civilis.
Lit. G. Wesenberg (PRE 21, 2416-2420). - F. Schulz, Geschichte
der römischen Rechtswissenschaft (Weimar 1961)
203-207. M. Bretone, Motivi ideologici dell' Enchiridion di
[Nuchelmans]